Grammatica: naamwoordelijk gezegde les 2

Josefien 25
Vera 19
Brent 20
Thijn 21
Dyllan 22
Jesse 23
Ruben 24
Kiki 13
Yacob 14
Loïs 15
Maud 16
Lars 17
Vince 18
Nienke 7
Bastiaan 8
Karlijn 9
Lynn 10
Emma 11
Mere 12
Naomi 1
Anne-Fleur 2
Tim 3
Giulia 4
Ties 5
Thomas 6
Docent
Bord
2H4
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Josefien 25
Vera 19
Brent 20
Thijn 21
Dyllan 22
Jesse 23
Ruben 24
Kiki 13
Yacob 14
Loïs 15
Maud 16
Lars 17
Vince 18
Nienke 7
Bastiaan 8
Karlijn 9
Lynn 10
Emma 11
Mere 12
Naomi 1
Anne-Fleur 2
Tim 3
Giulia 4
Ties 5
Thomas 6
Docent
Bord
2H4

Slide 1 - Slide

We slaan 10 minuten lezen over 
LessonUp, korte hh
Maken opdracht 1 t/m 5
Online extra opdrachten NWG


Momentje vrij? Boek erbij!

Doel: het naamwoordelijk gezegde in een zin kunnen vinden 
Benodigheden: laptop, boek, schrift, pen blz. 60
Verlengde instructie: scores doorgeven!

Slide 2 - Slide

Naamwoordelijk gezegde?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Naamwoordelijk gezegde
  • Bestaat uit een werkwoordelijk deel en een naamwoordelijk deel
  • Het werkwoordelijk deel bevat alle werkwoorden uit de zin. Een van deze werkwoorden is een vorm van een koppelwerkwoord.

Slide 5 - Slide

zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen (heten, dunken en voorkomen)



Slide 6 - Slide

Naamwoordelijk gezegde
In zinnen met een naamwoordelijk gezegde zit nooit een lijdend voorwerp!

Slide 7 - Slide

Wel of geen naamwoordelijk gezegde?
Stel drie vragen:
Vraag 1: Staat er een vorm van één van de negen koppelwerkwoorden in de zin?

Vraag 2: Gaat het in de zin om een ‘toestand’ (ook wel: eigenschap)?

Vraag 3: Wordt er in de zin iets over het onderwerp gezegd?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Ik snap nu het WG en NG
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

We slaan 10 minuten over
LessonUp, korte hh
Maken opdracht 1 t/m 5
Online extra opdrachten NWG


Momentje vrij? Boek erbij!

Doel: het naamwoordelijk gezegde in een zin kunnen vinden 
Benodigheden: laptop, boek, schrift, pen blz. 60
Verlengde instructie: scores doorgeven!

Slide 11 - Slide