Paragraaf 7.2 Energie

Welkom!
1.. Je zit volgens de plattegrond.
2. Je hebt op je tafel liggen: 
- werkboek A, 
- een pen,
- je laptop dicht.
3. Je gaat aan de slag met de startopdracht.
Startopdracht
Van welk voedingsmiddel 
krijg jij energie?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
1.. Je zit volgens de plattegrond.
2. Je hebt op je tafel liggen: 
- werkboek A, 
- een pen,
- je laptop dicht.
3. Je gaat aan de slag met de startopdracht.
Startopdracht
Van welk voedingsmiddel 
krijg jij energie?

Slide 1 - Slide

Planning voor deze les
  1. Uitleg theorie '7.2 Energie'
  2. Aan de slag!
  3. Afsluiting van de les  
  4. Kahoot 7.1 en 7.2               
  5. Demo zetmeel aantonen, verschillende voedingsstoffen kijken of er zetmeel in is. Zelf uitvoeren bij verschillende voedingsstoffen.

Slide 2 - Slide

1. Kun je uitleggen hoe je aan energie komt? 
2. Kun je uitleggen hoeveel energie je nodig hebt en waar dat van afhangt? 
3. Kun je uitleggen wanneer je matig bent met suiker en vet?
4. Kun je uitleggen wat een ander woord voor aantoonstof is?
5. Kun je uitleggen wat de aantoonstof voor zetmeel is en wat er gebeurt?
Havo extra leerdoel
6. Kun je uitleggen hoe je bepaalt of iemand een gezond gewicht heeft?
Leerdoelen 7.2 Energie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Energierijke stoffen
  • Koolhydraten, zetmeel (brood, aardappelen) & suikers (glucose, tafelsuiker, zoetbeleg, snoep, koek)
  • Vetten, (olie, margarine, noten)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

KJ = kilojoule, de eenheid van energie is joules.
1 kJ = 1000 joules

kcal = kilocalorie
1 kcal = 1000 calorieën 

Slide 9 - Slide

Hoeveelheid energie die je nodig hebt hangt af van:
1. Activiteit / inspanning

2. Geslacht

3. Leeftijd

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Suiker --> Tandbederf / cariës 

Ontstaat doordat bacteriën suikers in je eten omzetten in zuur. dat zuur tast je tandglazuur aan en daarna het tandbeen.


Wanneer gaat het gaatje pijn doen?
als het gaatje door het tandglazuur en het tandbeen is gegaan. Dan komen de zenuwen in de tand bloot te liggen en dat doet pijn. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Overgewicht

Slide 14 - Slide

Havo stof
Leg uit wanneer je een gezond gewicht hebt.

Wanneer spreek je van overgewicht?

Wanneer spreek je van ondergewicht.



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Aan de slag tijdens deze les

  • In je leerwerkboek paragraaf 7.2                                     Opdracht: 3, 5, 6, 8, 10
  • Havo extra opdracht: 14, 15
  • Je kijkt na: Voorin in de klas liggen nakijkboekjes

Slide 17 - Slide

Les 2
Practica/resultaten
& werktijd
  • Resultaten 'proefje bedorven voedsel - werkblad
  • Proef zetmeel aantonen -> uitvoeren
  • Broodje afmaken - Inzendingen via laptop - instagram
  • Werktijd in de les:
  • In je leerwerkboek paragraaf 7.2 Opdracht: 3, 5, 6, 8, 10
  • Havo extra opdracht: 14, 15
  • Je kijkt na: Voorin in de klas liggen nakijkboekjes

Slide 18 - Slide

Practica - belangrijke informatie
Een ander woord voor aantoonstof is indicator.
1. Met joodoplossing kun je zetmeel (voedingsstof) aantonen. 
2. Na druppelen krijgt het voedingsmiddel een blauw/zwarte kleur.

Slide 19 - Slide

 Sleep de voedingsstoffen naar de juiste groepen
energierijke stoffen
bouwstoffen
beschermende stoffen
suiker
vetten
vitaminen
mineralen
water
eiwitten
zetmeel

Slide 20 - Drag question

De hoeveelheid energie die iemand nodig heeft is afhankelijk van?
A
Leeftijd, geslacht, voedselkeuze
B
Leeftijd, geslacht, lichaamsgrootte, lichamelijke inspanning

Slide 21 - Quiz

Welke stoffen zijn energierijke stoffen?
A
suiker, zetmeel en vetten
B
eiwitten en mineralen
C
vitaminen en mineralen

Slide 22 - Quiz

Koolhydraten is een verzamelnaam voor:
A
suikers en vetten
B
suikers en zetmeel
C
suikers, zetmeel en vetten

Slide 23 - Quiz

De taak van energierijke stoffen is:
A
voor de groei
B
om op temperatuur te blijven
C
om warm te blijven en om te kunnen bewegen

Slide 24 - Quiz