This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop boven een stad
Slide 1 - Quiz
Bekijk de afbeelding over de verdeling van het water.
Wat wordt met de 97,5% aangegeven?
A
grondwater
B
zoet water
C
zout water
D
water in meren
Slide 2 - Quiz
Wat is oppervlakte water?
A
Water in sloten, meren, rivieren, kanalen en plassen
B
Water uit de bodem die aan de oppervlakte komt
C
Water alleen van rivieren en de zee
D
Alleen zoet water van de oppervlakte
Slide 3 - Quiz
Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en
zeewater
B
grondwater en
zeewater
C
grondwater en
zout oppervlaktewater
D
grondwater en
zoet oppervlaktewater
Slide 4 - Quiz
Lesdoel
- Je weet de betekenis van alle begrippen die samenhangen met de waterbalans en duurzaam waterbeheer.
- Je begrijpt hoe een waterbalans in elkaar steekt.
- Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer.
Slide 5 - Slide
Waterbalans van Nederland
Slide 6 - Slide
Waterbalans
''De hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en weer uitgaat''
Slide 7 - Slide
Hoe komt een gebied aan water?
1) Neerslag
2) Aanvoer uit andere gebieden
3) Aanvoer van fossiel water
Slide 8 - Slide
Hoe gaat water een gebied uit?
1) Uitstroom (rivier stroomt in de zee)
2) Verdamping
3) Mensen gebruiken het voor consumptie
Slide 9 - Slide
Rekenen met de waterbalans: ''Via de rivieren komt er 900 liter water binnen en stroomt er 340 liter uit. Er valt 200 liter water door regen en er verdampt 30. Er komt ook 80 liter fossiel water binnen en mensen gebruiken 340 liter.'' Hoeveel water is er nog in dit gebied?
Slide 10 - Open question
Binnenkomen: Neerslag
- Zeer ongelijk verdeeld
- Nederland 660m3 per inwoner
- Egypte 50m3 per inwoner
- Nuttige neerslag: '' Verschil tussen neerslag en verdamping, dus wat je aan water overhoudt.''
Slide 11 - Slide
Nuttige neerslag
Wordt gebruikt door alles wat op aarde leeft en verdwijnt in de grond door infiltratie.
Infiltratie: ''Het in de grond indringen van water
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Binnenkomen: Aanvoer rivier
Slide 14 - Slide
Binnenkomen: Fossiel water
Fossiel water: ''Water in de grond dat stamt uit veel eerdere tijden''
Aquifer: ''Waterhoudende laag in de ondergrond''
Slide 15 - Slide
Op welke drie manieren komt water ons land binnen?
Slide 16 - Open question
Uitgaan: Verdampen
Slide 17 - Slide
Uitgaan: Uitstromen
Slide 18 - Slide
Uitgaan: Verbruik
Slide 19 - Slide
Op welke drie manieren gaat water ons land uit?
Slide 20 - Open question
Waterbalans van Nederland
Slide 21 - Slide
Doe de test!
Lees ook goed de uitleg bij de antwoorden, hoeveel had jij er goed?
10min
Slide 22 - Slide
https:
Slide 23 - Link
Duurzaam waterbeheer
''Waterbeheer waarbij alleen de voorraad vernieuwbaar water wordt gebruikt''
Slide 24 - Slide
twee soorten water:
Vernieuwbaar water: ''Water dat in het tempo aangevuld wordt waarmee het gebruikt wordt (Of sneller)''
Niet-vernieuwbaar water: ''Water dat niet, of maar heel langzaam wordt bijgevuld waardoor het opraakt als er teveel van gebruikt wordt.''