H2 Op wie ga jij stemmen?

Maatschappijleer 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Maatschappijleer 

Slide 1 - Slide

Planning les 1
 Nieuwsoverzicht + nieuwsquiz
H2 Op wie ga jij stemmen? 
Uitleg
Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

We kijken het RTL Nieuws Weekoverzicht
(va 10.03) 

Slide 3 - Slide

Kahoot Nieuwsquiz week 5
Log in met je eigen naam 
WANT ik noteer de scores en de winnaar 
van deze maand wint:  

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

H2 Op wie ga jij stemmen? 
Leerdoelen: 

  • Je kan uitleggen wat 'de volksvertegenwoordiging' inhoudt.
  • Je weet bij welke vier verkiezingen je je stem mag uitbrengen. 
  • Je kan uitleggen wat actief- en passief kiesrecht is. 
  • Je kan uitleggen wat de rol van een lijsttrekker is en kent de belangrijkste lijsttrekkers uit de Tweede Kamer. 
  • Je weet welke middelen politieke partijen kunnen inzetten in verkiezingstijd
  • Je kan vier zaken noemen die linkse partijen belangrijk vinden èn vier zaken die rechtse partijen belangrijk vinden.
  • Je kan uitleggen wat middenpartijen zijn.
  • Je weet hoe het na verkiezingen verder gaat. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Directe democratie =  De mensen wordt direct om hun mening gevraagd = referendum 
Indirecte democratie = De mensen kiezen een volksvertegenwoordiger die voor hen beslist.

Slide 9 - Slide

Actief kiesrecht 
Iedereen die ouder is dan 18 jaar èn de Nederlandse nationaliteit heeft mag stemmen wie de volksvertegenwoordigers worden in: 
  • de gemeente
  • de provincie 
  • de Tweede Kamer
  • het Europees Parlement

Slide 10 - Slide

Passief kiesrecht 
Als je ouder dan 18 bent èn beschikt over de Nedelandse nationaliteit mag je je ook verkiesbaar stellen.  

Actief kiesrecht >  Het recht om te mogen stemmen
Passief kiesrecht > Het recht om je verkiesbaar te stellen. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Campagne voeren
Kijkopdracht: 
Benoem twee middelen die politieke partijen tijdens verkiezingstijd in kunnen zetten om kiezers voor zich te winnen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Linkse partijen

Linkse partijen zijn voor een actieve overheid die opkomt voor de zwakkeren in de samenleving:

  1. - Actieve overheid
  2. - Eerlijke verdeling van inkomen
  3. - Gelijke kansen voor iedereen
  4. - Aandacht voor het milieu



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Rechtse partijen

Rechtse partijen zijn voor een passieve overheid en vinden dat mensen zoveel mogelijk hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen:
  1. - Een passieve overheid
  2. - Lage belastingen
  3. - Eigen verantwoordelijkheid
  4. -Voorstander van hogere straffen

Slide 17 - Slide

Na de verkiezingen

  • Na de landelijke verkiezingen wordt duidelijk wie er in de Tweede Kamer komen te zitten.
  • Nog nooit heeft één partij die meer dan de helft van alle stemmen heeft behaald. Er wordt altijd een coalitie gevormd. 
  • Om te regeren moeten partijen dus gaan samenwerken
  • Daarbij zullen ze altijd iets van hun standpunten in moeten leveren. 
  • Compromissen: Afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven.

Slide 18 - Slide

Terugblik
Wat zijn:
-directe of indirecte verkiezingen? 
-volksvertegenwoordigers?
-Actief en passief kiesrecht?
-Politiek links en politiek rechts?
-lijsttrekkers
-compromissen

Welke partijen vormen momenteel een 
coalitie in Nederland? 
 

Slide 19 - Slide

Aan de slag

Lezen: 
Blz. 44 t/m 49 Op wie ga jij stemmen? & Partijoverzicht  
Maken:  Blz. 37 t/m 40 opdracht 1 t/m 12 
timer
15:00

Slide 20 - Slide