H3.2 Op wie ga jij stemmen? 2223

Maatschappijleer 
Politiek
1 / 37
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Maatschappijleer 
Politiek

Slide 1 - Slide

Planning 
H2 Op wie ga jij stemmen? 
Herhalen
Uitleg 3.2 
Zelfstandig werken
Toets inzien

Slide 2 - Slide

De overheid bestaat uit?
A
Politici
B
Ambtenaren
C
Politici & ambtenaren
D
De koning en ministers

Slide 3 - Quiz

Als de overheid meer geld nodig heeft dan kan het?
A
De belasting verhogen
B
Bezuinigen
C
De belasting verhogen & bezuinigen

Slide 4 - Quiz

Noem een voorbeeld van 'iets' dat van algemeen belang is

Slide 5 - Open question

Indirecte democratie
Het is onmogelijk om met 17 miljoen mensen over alles te stemmen.

Wij kiezen daarom volksvertegenwoordigers. Zij nemen namen ons de besluiten.

Dit noem je een indirecte democratie. 

Slide 6 - Slide

Directe democratie
Als burgers zelf mogen stemmen over een nieuwe wet of lastige politiek probleem.

Een voorbeeld hiervan is een referendum: een volksstemming over een belangrijk onderwerp. 

We oefenen even met directe democratie en dan ontdek je gelijk één nadeel van directe democratie...

Slide 7 - Slide

Stemgerechtigde leeftijd moet van 18 naar 16 verlaagd worden...

Slide 8 - Poll

De doodstraf moet weer worden ingevoerd

Slide 9 - Poll

Vuurwerk moet verboden worden

Slide 10 - Poll

De verkoopleeftijd van alcohol moet terug naar 16 jaar
Eens
Oneens

Slide 11 - Poll

De leeftijdsgrens van het nuttigen van alcohol moet van 18 naar 21.
Eens
Oneens

Slide 12 - Poll


Leerdoelen h3.2 

  • Je kan de VIER verkiezingen noemen waarbij men in Nederland kan stemmen
  • Je kan uitleggen wat actief- en passief kiesrecht is. 
  • Je kan beschrijven hoe verkiezingen verlopen 
  • Je kent de taak van de lijsttrekkers is en 
  • Je kent de lijsttrekkers van de bekendste partijen uit  de Tweede Kamer
  • Je weet welke middelen politieke partijen kunnen inzetten in verkiezingstijd
  • Je kan noemen wat linkse, rechtse en middenpartijen belangrijk vinden.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Actief kiesrecht 
Iedereen die ouder is dan 18 jaar èn de Nederlandse identiteit heeft mag stemmen wie de volksvertegenwoordigers worden in:
  • de gemeente
  • de provincie 
  • de Tweede Kamer
  • het Europees Parlement

Naar de stembus geen noemen we ACTIEF KIESRECHT

Slide 15 - Slide

Passief kiesrecht 
Als je ouder dan 18 bent èn beschikt over de Nedelandse nationaliteit mag je je ook verkiesbaar stellen.  

Actief kiesrecht >  Het recht om te mogen stemmen
Passief kiesrecht > Het recht om je verkiesbaar te stellen. 

Slide 16 - Slide

Vrije verkiezingen
Je mag stemmen op wie je wilt
Geheime verkiezingen
Niemand weet op wie jij gestemd hebt

Slide 17 - Slide

Lijsttrekkers

Elke partij heeft  een lijsttrekker. Hij of zij is onder andere:
  • Het gezicht van de partij;
  • Aanwezig bij debatten op televisie.


Lijsttrekker

De belangrijkste man of vrouw van een politieke partij in verkiezingstijd.

In verkiezingstijd wordt er 'reclame' gemaakt voor de politieke partijen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Linkse partijen

Wat linkse partijen belangrijk vinden:
  • Een actieve overheid (zorg voor kwetsbare burgers)
  • Opkomen voor kwetsbare mensen.
  • Eerlijke verdeling van inkomen.
  • Gelijke kansen voor iedereen.
  • Aandacht voor milieu.
  • Misdaad voorkomen (preventie)

Links is vaak progressief


Slide 21 - Slide

Middenpartijen


Sommige partijen zijn niet duidelijk links of rechts. We noemen ze middenpartijen. Ze hebben zowel linkse als rechtse punten. 
  • De christelijke middenpartijen vinden dat mensen meer voor elkaar moeten zorgen i.p.v. van dat de overheid die taak op zich neemt. 

Slide 22 - Slide

Rechtse partijen

  • Rechtse partijen vinden dat de overheid zich zo min mogelijk moet bemoeien met de burgers 
  • Eigen verantwoordelijkheid 
  • Kleine overheid
  • Lage belastingen.
  • Vrijheid voor burgers
  • Voor strenge straffen van misdaden = repressie

Rechts is vaak conservatief

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Campagne voeren
Kijkopdracht: 
Benoem twee middelen die politieke partijen tijdens verkiezingstijd in kunnen zetten om kiezers voor zich te winnen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Na de verkiezingen

  • Na de verkiezingen wordt duidelijk wie er in de Tweede Kamer komen te zitten.
  • Nog nooit heeft één partij die meer dan de helft van alle stemmen heeft behaald. Er wordt altijd een coalitie gevormd. 
  • Om te regeren moeten partijen dus gaan samenwerken
  • Daarbij zullen ze altijd iets van hun standpunten in moeten leveren. 
  • Compromissen: Afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven.

Slide 27 - Slide

Linkse partijen:
A
vinden dat alle mensen evenveel belasting moeten betalen.
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving.
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen.
D
hechten veel waarde aan het geloof.

Slide 28 - Quiz

Rechtse partijen
A
Vinden gelijkheid de belangrijkste waarde
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen
D
hechten veel waarde aan het geloof

Slide 29 - Quiz

Middenpartijen willen dat de overheid
A
Zorgt dat iedereen kan doen en laten wat hij wil
B
Het geld eerlijk verdeeld
C
Alleen ingrijpt als de mensen niet goed voor elkaar zorgen
D
De kerk zorg draagt voor de armen

Slide 30 - Quiz

Welke politieke partijen vinden dat de overheid zich zo weinig mogelijk moet bemoeien met de samenleving?
A
Rechtse partijen
B
Middenpartijen
C
Linkse partijen

Slide 31 - Quiz

Aan de slag
3.2 Welke partij past bjj jou?
Verplicht 
Lezen lesboek: Blz. 40 t/m 41
Maken wb: Blz. 35 t/m 38 opdracht 1 t/m 13 

Keuze
Lijsttrekkers Wie ben ik?  of Young Voice (waar gaat jouw stem heen?) 
Oefenen met VMBO-KGT oefentoetsapp
Leren met Quizlet
timer
15:00
We kijken de laatste 15 minuten journaal en checken de leerdoelen

Slide 32 - Slide

Terugblik
Leg uit wat: 
-Directe of indirecte verkiezingen zijn 
-volksvertegenwoordigers zijn?
-Actief of  passief kiesrecht is 
-Politiek links, midden,  en rechts vinden?
-Wat doet een lijsttrekker? 
-Geheime verkiezingen zijn. 
-Compromissen inhouden

Welke partijen vormen momenteel een 
coalitie in Nederland? 
 

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link