Taal - Beeldspraak

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Taal - Beeldspraak

3 vwo

Hij ging er als een haas vandoor.
Wat wordt er met elkaar vergeleken?
Noteer als volgt:
Object:
Beeld:
Verbindingswoord:

Jullie huis lijkt een gevangenis.
Wat wordt er met elkaar vergeleken?
Noteer als volgt:
Object:
Beeld:
Verbindingswoord:

Daar loopt de wandelende encyclopedie van de klas.
Welk deel van de zin is een metafoor?

De ketting van jouw fiets smeekt om een smeerbeurt.
Welk deel van de zin is een personificatie?

Hij is zo mak al een lammetje.

1. Metafoor
2. Personificatie
3. Vergelijking

Die schoenen van jou schreeuwen om een flinke poetsbeurt.

1. Metafoor
2. Personificatie
3. Vergelijking

Tegen het eind van het schooljaar krijgen we een tsunami aan proefwerken over ons heen.

1. Metafoor
2. Personificatie
3. Vergelijking

Tijdens de avondwandeling langs het strand vertelde de zee ons haar geheimen.

1. Metafoor
2. Personificatie
3. Vergelijking

Jij bent zo rood als een kreeft.

1. Metafoor
2. Personificatie
3. Vergelijking

'Dat is een mooie Van Gogh.'
Waarom is dit een metonymie?

Aan de slag!

- Lezen in je leesboek;

Starten met stijlfiguren:

- Vwo 2: H4 Taal - §2 Stijl (blz. 92 of online) - maak opdracht 1.