Woordenschat les 1

1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsHoger onderwijs

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoeveel procent van de woorden moet je kennen om een tekst te begrijpen?
A
60
B
70
C
80
D
90

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat vind je van deze zin?
A
Goed
B
Niet goed

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Na de laatste opdracht zal de docent de les AFRONDEN.
A
rond maken
B
beëindigen
C
confronteren
D
verbeteren

Slide 31 - Quiz

"Mooi" is een RELATIEF begrip. Het
hangt heel erg af van je persoonlijke smaak.
A
beoordeeld ten opzichte van iets anders
B
complex
C
overeenstemmend
D
paradoxaal

Slide 32 - Quiz

In het Europees parlement kan je solliciteren als SIMULTAAN vertaler.
A
schriftelijk
B
vertaler van de taal Simul
C
gelijktijdig
D
rijk

Slide 33 - Quiz

Het werd de docent duidelijk dat geen enkele student de ESSENTIE van zijn verhaal had begrepen.
A
de afkorting
B
het doel
C
de voordelen
D
de kern

Slide 34 - Quiz

In de Belgische politiek zijn de linkse partijen eerder PROGRESSIEF.
A
alternatief
B
op vooruitgang gericht
C
voordelig
D
conservatief

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide