What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling donderdag 13 juni
Spelling
Log in met je eigen naam
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling
Log in met je eigen naam
Slide 1 - Slide
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
Slide 2 - Open question
Wat is de pv in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.
Slide 3 - Open question
Wat is de pv in de zin:
Hoeveel beltegoed heb jij gekregen?
Slide 4 - Open question
Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde in een zin?
Slide 5 - Open question
Wat is het wwg in de zin:
Joy heeft 10 kilometer in drieënhalf uur gelopen.
Slide 6 - Open question
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
Slide 7 - Open question
Wat is het ow in de zin:
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.
Slide 8 - Open question
Wat is het ow in de zin:
De treinreizigers strandden op het station in Breda.
Slide 9 - Open question
Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?
Slide 10 - Open question
Wat is het lw in de zin:
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.
Slide 11 - Open question
Wat is het lw in de zin:
Joy heeft 10 kilometer in drieënhalf uur gelopen.
Slide 12 - Open question
Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin?
Slide 13 - Open question
Wat is het mv in de zin:
Jonas gaf haar een bos bloemen in de tuin.
Slide 14 - Open question
Wat is het mv in de zin:
Sjors verkoopt een scooter aan een klant
Slide 15 - Open question
Je pakt een lege emmer met een hengsel, waarna je hem met een laagje water vult.
Welk woordsoort is 'emmer'?
A
zelfstandig nw.
B
bijvoeglijk nw.
C
voorzetsel
D
voegwoord
Slide 16 - Quiz
Je pakt de gevulde emmer aan het hengsel en zwaait hem over je hoofd.
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
A
gevulde
B
emmer
C
je
D
hoofd
Slide 17 - Quiz
Je pakt een lege emmer met een hengsel, waarna je hem met een laagje water vult.
Welk woordsoort is 'lege'?
A
zelfstandig nw.
B
bijvoeglijk nw.
C
voorzetsel
D
voegwoord
Slide 18 - Quiz
Je pakt de gevulde emmer aan het hengsel en zwaait hem over je hoofd.
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Je
B
hengsel
C
zwaait
D
hoofd
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
Groep 8 2.2.3.
October 2023
- Lesson with
15 slides
Spelling
Basisschool
Groep 2,8
2.2.3
October 2022
- Lesson with
18 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
ontleden
September 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
ontleden
January 2021
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Blok 2 week 2 les 3 - woordsoorten
October 2021
- Lesson with
15 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Redekundig ontleden
October 2021
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Staal B2W2L3
October 2021
- Lesson with
13 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
herh zinsdelen en bijvoeglijk naamwoord
February 2023
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1