Chapter 2

Chapter 2
Getting ready for the test
1 / 46
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Chapter 2
Getting ready for the test

Slide 1 - Slide

Today
  • Do you know all the words in chapter 2?
  • Grammar: Word order
  • Grammar: telling time 
  • Grammar: questions

Slide 2 - Slide

moeten nablijven =

Slide 3 - Open question

aardrijkskunde

Slide 4 - Open question

favoriete

Slide 5 - Open question

onthouden =

Slide 6 - Open question

uitleggen =

Slide 7 - Open question

klusjes =

Slide 8 - Open question

moeilijk =

Slide 9 - Open question

streng =

Slide 10 - Open question

cijfer=

Slide 11 - Open question

belangrijk =

Slide 12 - Open question

schreeuwen =

Slide 13 - Open question

Volgorde:
Wie doet + wat/(met) wie waar + wanneer


1) Davy does his homework  (together with Dani) at home on Tuesday.

2) Rosalie and Sanne read their books in the English lesson on Fridays.

Slide 14 - Slide

woordvolgorde Engelse zin:
A
waarom - doet - wie - wat - wanneer
B
wat - doet - wie - waar - waarom
C
wie - wat - doet - waarom - wanneer
D
wie - doet - wat - waar - wanneer

Slide 15 - Quiz

Choose the correct sentence:
A
I do my homework every Tuesday at school.
B
I do my homework at school every Tuesday.

Slide 16 - Quiz

Choose the correct sentence:
A
She reads her book at home every day.
B
She reads her book every day at home.

Slide 17 - Quiz

Vertaal de zin:
Hij heeft op maandag een toets.

Slide 18 - Open question

Translate the sentence:
Mijn broer speelt op Zondag Fortnite.

Slide 19 - Open question

Translate:
Jimmy kust zijn vriendin iedere dag.

Slide 20 - Open question

Telling the time

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Telling time

Slide 23 - Slide

What time is it?
6:15
A
a quarter to six
B
a quarter past six

Slide 24 - Quiz

what time is it?
7:50
A
ten to seven
B
ten to eight

Slide 25 - Quiz

What time is it?
4:30
A
half to five
B
half past four

Slide 26 - Quiz

what time is it?
2:40
A
twenty to three
B
forty past two

Slide 27 - Quiz

what time is it?
4:25
A
five to half past four
B
twenty-five past four

Slide 28 - Quiz

what time is it?
8:45
A
a quarter past nine
B
a quarter to nine

Slide 29 - Quiz

what time is it?
10:35
A
thirty-five past ten
B
twenty-five to eleven

Slide 30 - Quiz

A.M is tussen....
A
twaalf uur 's nachts en twaalf uur 's middags
B
twaalf uur 's middags en twaalf uur 's nachts

Slide 31 - Quiz

P.M. is tussen ....
A
twaalf uur 's nachts en twaalf uur 's middags
B
twaalf uur 's middags en twaalf uur 's nachts

Slide 32 - Quiz

Telling time
Als het goed is kan je nu vertellen hoe laat het is in het engels.
Wie kan vertellen hoe laat het nu is?

Als er nog vragen zijn, stel ze dan nu!

Slide 33 - Slide

Making questions (vragen maken)

Jack is funny.
Is Jack funny?

Tim can play tennis.
Can Tim play tennis?

They are at home. 
Are they at home?


You like chocolate.
Do you like chocolate?

I have a dog.
Do I have a dog?

She has a dog.
Does she have a dog?

Sam uses his laptop.
Does Sam use his laptop?
let op: de 's' verdwijnt in de vraagzin!


Slide 34 - Slide

Maak van de volgende zin een vraagzin:
Sara will help you.

Slide 35 - Open question

Maak de zin vragend:
My shoes are downstairs.

Slide 36 - Open question

Maak de zin vragend:
Tim may leave.

Slide 37 - Open question

Maak de zin vragend:
They like my dog.

Slide 38 - Open question

Maak de zin vragend:
Jessy likes chocolate.

Slide 39 - Open question

Maak de zin vragend:
Peter plays football.

Slide 40 - Open question

Maak de zin vragend:
He often eats pizza.

Slide 41 - Open question

Hoe ging het?
Heb je nog vragen?
Stel ze dan nu :-) 

Slide 42 - Slide

Ken je de woordjes in chapter 2?
Ja
Nee, nog niet

Slide 43 - Poll

Kun je in het Engels vertellen hoe laat het is?
Ja
Nee, ik moet dit nog oefenen

Slide 44 - Poll

Kun je goede zinnen maken in het Engels?
(Wie - doet - wat - waar - wanneer)
Ja
Nee, ik moet dit nog oefenen

Slide 45 - Poll

Kun je vraagzinnen maken in het Engels?
Ja
Nee, ik moet dit nog oefenen

Slide 46 - Poll