This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Arm en rijk H3 en H4 (SE)
Arm en rijk (SE) HAVO
Slide 1 - Slide
In rijke landen is de urbanisatiegraad .... en het urbanisatietempo....
A
urbanisatiegraad hoog
urbanisatietempo hoog
B
urbanisatiegraad hoog
urbanisatietempo laag
C
urbanisatiegraad laag
urbanisatietempo hoog
D
urbanisatiegraad laag
urbanisatietempo laag
Slide 2 - Quiz
Titel: samenstelling van de beroepsbevolking in het Verenigd Koninkrijk. Welke beroepssector hoor bij lijn c?
Slide 3 - Slide
Welke beroepssector hoort bij lijn c?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
Slide 4 - Quiz
Welke indicator zegt het meest over de ongelijkheid in een land?
A
BNP per inwoner
B
Koopkracht
C
BRP per inwoner
D
Human Development Index
Slide 5 - Quiz
Titel: Recht op onderwijs voor meisjes in de grondwet
Slide 6 - Slide
Welk begrip hoort bij deze kaart?
A
ruimtelijke segregatie
B
maatschappelijke segregatie
C
sociale ongelijkheid
D
regionale ongelijkheid
Slide 7 - Quiz
0-20 jaar: 24% 20-65 jaar: 63% 65 jaar en ouder: 13%
A
De demografische druk is 37%
B
De demografische druk is 59%
C
De demografische druk is 61%
D
De demografische druk is 63%
Slide 8 - Quiz
Als het aantal 65-plussers toeneemt is er sprake van....
A
Ontgroening
B
Vergrijzing
C
Vergroening
D
Ontgrijzing
Slide 9 - Quiz
Welke bevolkingsdiagram hoort bij fase 2 van de demografische transitie?
Slide 10 - Slide
Welke bevolkingsdiagram hoort bij fase 2 van de demografische transitie?
A
A
B
B
C
C
Slide 11 - Quiz
Verdeling van de beroepsbevolking over de sectoren in Albanië, China, Nederland en Nigeria.
Slide 12 - Slide
Welke letter hoort bij Albanië?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 13 - Quiz
Welk deel van Nederland kun je als het centrumgebied zien?
A
Brainport Eindhoven
B
De Randstad
C
Twente
D
Zuid-Limburg
Slide 14 - Quiz
Welk land hoort bij de semiperiferie?
A
Brazilie
B
Japan
C
Ghana
D
Verenigde Staten
Slide 15 - Quiz
Bij welke dimensie horen de volgende begrippen: provinciaal bestuur, regeringsvorm, vrijheid.
A
Economische dimensie
B
Fysische dimensie
C
Politieke dimensie
D
Sociaal-culturele dimensie
Slide 16 - Quiz
Grote bedrijven trekken veel hoogopgeleide mensen aan, waardoor huizen in grote steden onbetaalbaar worden voor lageropgeleiden. Dit kenmerk hoort bij een land in ....
A
de periferie
B
de semiperiferie
C
het centrum
Slide 17 - Quiz
Na de dekolonisatie bleef de infrastructuur, al was deze niet geschikt voor handel binnen het land. Deze uitspraak hoort bij een land in ...
A
de perifierie
B
de semiperiferie
C
het centrum
Slide 18 - Quiz
Er vond de-industrialisatie plaats en er kwam een diensteneconomie. Dit is een kenmerk van een land in....
A
de periferie
B
de semiperiferie
C
het centrum
Slide 19 - Quiz
Door de aanleg van SEZ's investeren meer multinationals in deze landen. Dit is een kenmerk van een land in ...
A
de periferie
B
de semiperiferie
C
het centrum
Slide 20 - Quiz
Welke indicator geeft het meest complete beeld van de ontwikkeling van een gebied?
A
Analfabetisme
B
BNP per inwoner
C
Gemiddelde levensverwachting
D
Human Development Index (HDI)
Slide 21 - Quiz
Handelsrelaties zijn vaak nadelig, omdat ze een gebrekkige technologie hebben en lage productie. Dit kenmerk hoort bij een land in ...
A
de periferie
B
de semiperiferie
C
het centrum
Slide 22 - Quiz
In welke fase van de demografische transitie groeit de bevolking het snelst?
A
fase 2
B
fase 3
C
fase 4
D
fase 5
Slide 23 - Quiz
Titel: McDonalds verovert de wereld
Slide 24 - Slide
Welk begrip is het meest van toepassing op de afbeelding?
A
diffusie
B
globalisering
C
global shift
D
verschuiving
Slide 25 - Quiz
Vooruitgang in de communicatietechnologie verkleint de relatieve afstand tussen landen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Een hoger salaris is een voorbeeld van een ...
A
pullfactor in de economische dimensie
B
pullfactor in de sociaal-culturele dimensie
C
pushfactor in de economische dimensie
D
pushfactor in de sociaal-culturele dimensie
Slide 27 - Quiz
Oorlog is een voorbeeld van een...
A
Pullfactor in de sociaal-culturele dimensie
B
Pullfactor in de politieke dimensie
C
Pushfactor in de fysische dimensie
D
Pushfactor in de politieke dimensie
Slide 28 - Quiz
Welke taal is een voorbeeld van een lingua franca?