Arm en rijk H3 en H4 (SE)

Arm en rijk H3 en H4 (SE)
Arm en rijk 
HAVO
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Arm en rijk H3 en H4 (SE)
Arm en rijk 
HAVO

Slide 1 - Slide

Hoe leer je voor de toets
  • Lees de tekst in het boek (snap je wat er staat)
  • Bronnen en kaartjes goed bestuderen (wat vertelt de bron)
  • OPDRACHTEN bestuderen
  • Aantekeningen/lessonups
  • Oefentoets maken
  • Samenvatting goed bestuderen, veel begrippen die terugkomen in de vragen staan hierin

Slide 2 - Slide

HOUD methode
H = herhaal. Niet de hele vraag, de structuur, of de kern. 
O = omdat. Je begint je antwoord door het woord omdat toe te voegen.
U = uitleg. Daarna geef je een uitleg.
D = daarom of daardoor. Als laatste trek je een conclusie uit je uitleg door het woord daarom of daardoor te gebruiken.


Als er gevraagd iets op te noemen dan hoef je de vraag niet te herhalen.

Slide 3 - Slide

Checklist toetsvragen beantwoorden



• Onderstreep belangrijke woorden uit de vraag
• Neem de structuur van de vraag over in het antwoord.
• Gebruik HOUD-methode (herhaal, omdat, uitleg, dus/daarom).
• Wees duidelijk en concreet (vermijd ‘ze’, ‘dingen’, etc.)
• Verwijs duidelijk naar de bron (ik lees ...<citaat> / ik zie .... <beeldelement>

Slide 4 - Slide

1. In rijke landen is de urbanisatiegraad .... en het urbanisatietempo....
A
urbanisatiegraad hoog urbanisatietempo hoog
B
urbanisatiegraad hoog urbanisatietempo laag
C
urbanisatiegraad laag urbanisatietempo hoog
D
urbanisatiegraad laag urbanisatietempo laag

Slide 5 - Quiz

Titel: samenstelling van de beroepsbevolking in het Verenigd Koninkrijk.
Welke beroepssector hoor bij lijn c?

Slide 6 - Slide

2. Welke beroepssector hoort bij lijn c?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 7 - Quiz

3. Welke indicator zegt het meest over de ongelijkheid in een land?
A
BNP per inwoner
B
Koopkracht
C
BRP per inwoner
D
Human Development Index

Slide 8 - Quiz

Titel: Recht op onderwijs voor meisjes in de grondwet

Slide 9 - Slide

4. Welk begrip hoort bij deze kaart?
A
ruimtelijke segregatie
B
maatschappelijke segregatie
C
sociale ongelijkheid
D
regionale ongelijkheid

Slide 10 - Quiz

5. 0-20 jaar: 24%
20-65 jaar: 63%
65 jaar en ouder: 13%
A
De demografische druk is 37%
B
De demografische druk is 59%
C
De demografische druk is 61%
D
De demografische druk is 63%

Slide 11 - Quiz

6. Als het aantal 65-plussers toeneemt is er sprake van....
A
Ontgroening
B
Vergrijzing
C
Vergroening
D
Ontgrijzing

Slide 12 - Quiz

Welke bevolkingsdiagram hoort bij fase 2 van de demografische transitie?

Slide 13 - Slide

7. Welke bevolkingsdiagram hoort bij fase 2 van de demografische transitie?
A
A
B
B
C
C

Slide 14 - Quiz

Verdeling van de beroepsbevolking over de sectoren in Albanië, China, Nederland en Nigeria.

Slide 15 - Slide

8. Welke letter hoort bij Albanië?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quiz

9. Welk deel van Nederland kun je als het centrumgebied zien?
A
Brainport Eindhoven
B
De Randstad
C
Twente
D
Zuid-Limburg

Slide 17 - Quiz

10. Welk land hoort bij de semiperiferie?
A
Brazilie
B
Japan
C
Ghana
D
Verenigde Staten

Slide 18 - Quiz

11. Bij welke dimensie horen de volgende begrippen: provinciaal bestuur, regeringsvorm, vrijheid.
A
Economische dimensie
B
Fysische dimensie
C
Politieke dimensie
D
Sociaal-culturele dimensie

Slide 19 - Quiz

12. Grote bedrijven trekken veel hoogopgeleide mensen aan, waardoor huizen in grote steden onbetaalbaar worden voor lageropgeleiden.
Dit kenmerk hoort bij een land in ....
A
de periferie
B
de semiperiferie
C
het centrum

Slide 20 - Quiz

Na de dekolonisatie bleef de infrastructuur, al was deze niet geschikt voor handel binnen het land.
Deze uitspraak hoort bij een land in ...
A
de perifierie
B
de semiperiferie
C
het centrum

Slide 21 - Quiz

Er vond de-industrialisatie plaats en er kwam een diensteneconomie.
Dit is een kenmerk van een land in....
A
de periferie
B
de semiperiferie
C
het centrum

Slide 22 - Quiz

Door de aanleg van SEZ's investeren meer multinationals in deze landen.
Dit is een kenmerk van een land in ...
A
de periferie
B
de semiperiferie
C
het centrum

Slide 23 - Quiz

Welke indicator geeft het meest complete beeld van de ontwikkeling van een gebied?
A
Analfabetisme
B
BNP per inwoner
C
Gemiddelde levensverwachting
D
Human Development Index (HDI)

Slide 24 - Quiz

Handelsrelaties zijn vaak nadelig, omdat ze een gebrekkige technologie hebben en lage productie.
Dit kenmerk hoort bij een land in ...
A
de periferie
B
de semiperiferie
C
het centrum

Slide 25 - Quiz

In welke fase van de demografische transitie groeit de bevolking het snelst?
A
fase 2
B
fase 3
C
fase 4
D
fase 5

Slide 26 - Quiz

Titel: McDonalds verovert de wereld

Slide 27 - Slide

Welk begrip is het meest van toepassing op de afbeelding?
A
diffusie
B
globalisering
C
global shift
D
verschuiving

Slide 28 - Quiz

Vooruitgang in de communicatietechnologie verkleint de relatieve afstand tussen landen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Een hoger salaris is een voorbeeld van een ...
A
pullfactor in de economische dimensie
B
pullfactor in de sociaal-culturele dimensie
C
pushfactor in de economische dimensie
D
pushfactor in de sociaal-culturele dimensie

Slide 30 - Quiz

Oorlog is een voorbeeld van een...
A
Pullfactor in de sociaal-culturele dimensie
B
Pullfactor in de politieke dimensie
C
Pushfactor in de fysische dimensie
D
Pushfactor in de politieke dimensie

Slide 31 - Quiz

Welke taal is een voorbeeld van een lingua franca?
A
Deens
B
Nederlands
C
Spaans
D
Fries

Slide 32 - Quiz

De meeste migratie vindt plaats ....
A
Tussen ontwikkelingslanden
B
Tussen rijke landen
C
Van rijke landen naar ontwikkelingslanden
D
Van ontwikkelingslanden naar rijke landen

Slide 33 - Quiz