H8 Sociale ongelijkheid en armoede

1 / 49
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p157
Mexico publicis : Erase the difference : 





Insta : Ugurgallen - Turks fotograaf :

Slide 3 - Slide

Bij sociale ongelijkheid
denk ik direct aan...

Slide 4 - Mind map

1. Sociale ongelijkheid p157
Sociale posities = onze plaats binnen de groep of samenleving, bv. jullie zijn momenteel 'leerling, kind...'
sociale ongelijkheid = ongelijk gewaardeerd : status of rijkdom  =>  boven – ondergeschikte relatie

=> 8 mei PROJECTDAG : Akindo - Biehal - Vincentius

Slide 5 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p157
1.1 Sociale ongelijkheid
* Ongelijke verdeling schaarse, algemene gewaardeerde zaken => economisch, cultureel, sociaal kapitaal

* Ongelijke waardering en behandeling (discriminatie) o.b.v. maatschappelijke positie en levensstijl

Slide 6 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p157
oef 1 p157 Casussen + sociale ongelijkheid
  1. Cultureel kapitaal : ongelijke verdeling onderwijs/opleiding => kennis
  2. Economisch kapitaal : ongelijke verdeling van het inkomen of vermogen
  3. Sociaal kapitaal : ongelijke verdeling van sociale relaties

Slide 7 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p157
1.2 Sociale ongelijkheid meten
1.2.1 Inkomens- en vermogensongelijkheid
  • Inkomensongelijkheid = Ongelijke verdeling nationale inkomen over bevolking
  • Vermogensongelijkheid = breder => Iemands totale bezit aan geld en goederen


Slide 8 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p158
1.2.1 Inkomens- en vermogensongelijkheid
In kaart brengen -> tools : Gini-coëfficiënt
Verdeling inkomens in land = Verdeling welvaart
0: perfecte gelijkheid    <--->  1: één iemand volledig inkomen
= onrealistische situatie
                  => Ideale situatie: tussen 0 en 0,5


Slide 9 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p158

Slide 10 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p158
1.2.1 Inkomens- en vermogensongelijkheid
Gini-index
 = Gini-coëfficiënt -> Uitgedrukt als percentage
             => Maal 100

Oef 2 p158 Bekijk de Gini-indexkaarten op p158 onderaan 

Slide 11 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p159
Oef 2 p158 Bekijk de Gini-indexkaarten op p158




Hoe inkomensverdeling in ons land in 2019?
  • De Gini-index van ons land ligt tussen de 20 & 30


Slide 12 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p159




Wat kan je besluiten als je ons land vergelijkt met ...?
  • In vergelijking met andere landen (zelfs in EU) is de inkomensongelijkheid in België laag.

Slide 13 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p159
Oef 2 p158 Bekijk de Gini-indexkaarten op p158 - 159 




Hoe evolueert de ongelijkheid wereldwijd van 1990->2019?
  • De inkomensongelijkheid is wereldwijd gedaald.



Slide 14 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p159
Evolutie: lijkt goed nieuws -> MAAR : inkomen verschilt van vermogen

Sterk verband hoge inkomens –> grote vermogens

Link is niet perfect : België = inkomensongelijkheid niet zo groot, maar vermogensongelijkheid is wel toegenomen : 




Slide 15 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p159





Bv. België: toename vermogensongelijkheid 10% meest rijke huishoudens = bijna even groot als overige 90%


Slide 16 - Slide

1. Sociale ongelijkheid p160
1.2.2 Kansenongelijkheid

Inkomens- en vermogensongelijkheid => resultaten => gevolg van mix :
  • Kansen geboorte
  • Gemaakte keuzes
  • Toeval
 Gelijke kansen = moeilijker te meten => Toch: beleidsdoel



Slide 17 - Slide

Oef 3 Moet de overheid vooral werk maken van gelijke kansen of van gelijke inkomens?
Gelijke kansen
Gelijke inkomens

Slide 18 - Poll

1. Sociale ongelijkheid p160
1.2.2 Kansenongelijkheid

Oef 3 p160 Moet een overheid vooral werk maken van gelijke kansen of van gelijke inkomens? 

  • Confronteer jouw mening mondeling met die van je klasgenoten.





Slide 19 - Slide

2. Armoede p160
2.1 Armoede, kansarmoede en aanverwante begrippen
  • Kansenongelijkheid => meer inkomens- en vermogensongelijkheid
  • Te grote inkomensongelijkheid => Minder gelijke kansen volgende generatie

=> deel samenleving : (kans)armoede

Slide 20 - Slide

2. Armoede p160
Armoede = netwerk van sociale uitsluitingen (Jan Vrancken)
  • Strekt zich uit over meerdere gebieden v/h individuele en collectieve bestaan
  • Scheidt armen van algemeen aanvaarde leefpatronen samenleving
=>  Kloof : niet op eigen kracht overbruggen

Slide 21 - Slide

2. Armoede p160
  • Buitenkant = materiële -> meestal
                            zichtbaar
  • Binnenkant = menselijke gevolgen -> minder zichtbaar

oef 4 p160
Geef 2 concrete voorbeelden :
  • buitenkant : kledij, huisvesting, hygiëne, ...
  • binnenkant : schaamte, eenzaamheid, uitsluiting, ...

Slide 22 - Slide

2. Armoede p161
  • Generatiearmoede = Ouders => kinderen
      * Beter omgaan met situatie -> Nooit anders gekend
      * Overlevingsstrategieën

  • Nieuwe armoede = nog niet arm => armoede
       * Plots aanpassen -> moeilijker


Slide 23 - Slide

2. Armoede p161
2.2 Aspecten van armoede
Oef 5 p161 Bekijk fragment Kristel Verbeke (7'22")
Waarover getuigt Kristel Verbeke in dit fragment?
  • Ze is opgegroeid in een kansarm gezin.
Generatiearmoede of nieuwe armoede? Verklaar.
  • Nieuwe armoede. Het was pas toen haar ouders uit elkaar gingen dat het leven in armoede begon.



Slide 24 - Slide

2. Armoede p161
Voorbeelden binnen- en buitenkant van armoede.
  • Buitenkant : De huur niet kunnen betalen.
  • Binnenkant : Vaak eenzaamheid, veel verdriet, veel stress (bv. om een schoolrekening mee naar huis te moeten brengen), veel schaamte en stilzwijgen

=> 6 criteria => mate van armoede peilen


Slide 25 - Slide

2. Armoede p161
Kringloop van armoede => ASPECTEN
1. Inkomen en schuld
  • Gebrek geld/inkomen
  • Schuldenlast : 
          * Gas- en elektriciteitsrekeningen
          * Gezondheidskosten
          * Schoolkosten

Slide 26 - Slide

2. Armoede p161
Kringloop van armoede
2. Voeding 
  • Gebrek evenwichtige, gevarieerde voeding
      => voldoende weerstand opbouwen 
      => Ontwikkeling kinderen

Slide 27 - Slide

2. Armoede p162
Kringloop van armoede
3. Huisvesting 
  • Slecht geïsoleerde huizen => elektriciteitsrekening stijgt
  • Slechte levensomstandigheden

=> Sociale isolatie
=> Gezondheidsproblemen


Slide 28 - Slide

2. Armoede p162
Kringloop van armoede
4. Gezondheidszorg
  • Doktersbezoek – ziektekosten: uitgesteld
  • Slechte gezondheidstoestand
            => Langdurige ziektes
            => Psychische stoornissen
 => 7 tot 8 jaar minder oud

Slide 29 - Slide

2. Armoede p162
Kringloop van armoede
5. Onderwijs
  • Vroegtijdig schoolverlaten
=> Geen/enkel diploma secundair: bijna drie keer meer kans armoede

Slide 30 - Slide

2. Armoede p162
Kringloop van armoede
6. Werk
  • Hefboom
  • Inkomen
  • Sociale contacten
  • Maatschappelijke waardering
<-> sociale uitsluiting

Slide 31 - Slide

2. Armoede p162
Oef 6 p162 Fragmenten mama Marleen - Welke aspecten?
  • Werk : Marleen en haar man Sven zijn beiden al jaren werkloos. Straathoekwerker Joost weet daar wel verandering in te brengen.
  • Inkomen en schulden : Na een maand zonder inkomen was het nodig € 100 te lenen om o.a. boodschappen te doen.

Slide 32 - Slide

2. Armoede p162
Oef 6 p162 Fragment mama Marleen - Welke aspecten?
  • Huisvesting : het behang bladdert van de muur.
  • Gezondheidszorg : op het moment dat Marleen borstkanker blijkt te hebben, is het duidelijk dat er financiële keuzes zullen moeten worden gemaakt

Slide 33 - Slide

2. Armoede p163
2.3 Kringloop of web van armoede 

Zie Google classroom -> link KLAAR :
binnen- & buitenkant kansarmoede +
armoedeweb


Slide 34 - Slide

2. Armoede p163
2.3 Kringloop of web van armoede 
Kringloop armoede : toevoeging andere aspecten
 => Armoede : beïnvloeding 
verschillende aspecten 
leven = complex fenomeen

oef 7 p163 Bekijk tekening armoedeweb

Slide 35 - Slide

2. Armoede p163
Welke elementen werden nog niet vermeld in 2.2?
  • Vrije tijd, hulpverlening, justitie, sociale contacten, gezin
Is er één punt vanwaar alle lijnen uitgaan? Wat betekent dat?
  • De verbanden die in het schema getrokken zijn, gaan niet zomaar uit van één punt, maar lopen allemaal door elkaar. Er is dus niet zomaar één oorzaak voor armoede.

 

Slide 36 - Slide

2. Armoede p163
Waarom wordt dit volgens jou ook het ‘web’ van armoede genoemd?
  • Een probleem in een van deze domeinen van het leven heeft een invloed op andere domeinen. Dat zorgt ervoor dat armoede niet eenvoudig op te lossen is en men er dus niet zomaar kan aan ontsnappen.

Slide 37 - Slide

2. Armoede p163
2.4 Klovenmodel (link KLAAR GC)
Bart Demyttenaere : vijf kloven tussen armen en rijken
  1. Gevoelskloof : gebrek aan eigenwaarde + - zelfbeeld
  2. Kenniskloof : gn juiste info kanalen
  3. Vaardigheidskloof : fundamentele vaardigheden
  4. Positieve krachtenkloof : vechtlust & helpen
  5. Structurele kloof : uitsluiting

Slide 38 - Slide

2. Armoede p164
oef 8 p164 Welke kloven Marleen & Sven?
  • Kenniskloof : ze weten niet altijd hoe ze werken aan huis moeten aanpakken / op zoek moeten gaan naar werk
  • Vaardigheidskloof : Marleen hft nt geleerd om met verse ingrediënten te koken
  • Positieve krachtenkloof : Marleen heeft grote vechtlust.

Slide 39 - Slide

3. Gevolgen p165
Sociale ongelijkheid = moreel bedenkelijk 
                                <-> stimulans om te investeren in :
                                                - menselijk kapitaal
                                                - mobiliteit
                                                - innovatie
=> te groot :  gevolgen => onderwijs  - levensverwachting - economische groei

Slide 40 - Slide

3. Gevolgen p165
Oef 9 p165 Analyseer de onderstaande bronnen en omschrijf telkens een concreet gevolg van sociale ongelijkheid.
Onderwijs 

 

Slide 41 - Slide

3. Gevolgen p165
Oef 9 p165 Analyseer de onderstaande bronnen en omschrijf telkens een concreet gevolg van sociale ongelijkheid.
Onderwijs (zie link GC Klasse : 12 brillen)
  • Leerlingen uit gezinnen met een goede socio-economische achtergrond behalen gemiddeld hogere prestaties, hebben meer kans om in het aso te komen en hebben een kleinere kans om te blijven zitten.

 

Slide 42 - Slide

3. Gevolgen p166
Levensverwachting
 

 

Slide 43 - Slide

3. Gevolgen p166
Levensverwachting
  • Sociale ongelijkheid leidt tot ongelijkheid in levensverwachting : 
    * mannelijke levensverwachting : 75,4 in de armste gemeentes -> 78,2 in de rijkste gemeentes
    * vrouwelijke levensverwachting van 81,6 (arm) tot 83,1 (rijk).

     

 

Slide 44 - Slide

3. Gevolgen p166
Levensverwachting
  •  Zo is ook de levensverwachting systematisch hoger in de rijke randgemeentes van Antwerpen en Gent dan in de armere gemeentes van het centrum.

 

Slide 45 - Slide

3. Gevolgen p166
Economische groei


Slide 46 - Slide

3. Gevolgen p166
Economische groei
  • Hoge inkomensongelijkheid weegt op de economische welvaart. De Belgische economie groeide tussen 1990 en 2010 met iets minder dan 30 %. Maar als de ongelijkheid meer was verminderd, zou die groei nog groter zijn.

Slide 47 - Slide

Projectdag donderdag 8 mei 2025
  • Akindo
  • Biehal + Kringwinkel + broodjesbar 
  • Sint-Vincentius : voedselbank Lommel 
----------------------------
Opdrachten ter plaatse
Schriftelijke opdracht
Tip : ter voorbereiding kan je de vragen al eens doornemen

Slide 48 - Slide

Projectdag donderdag 8 mei 2025
- Mogelijke interviewvragen aan een medewerker
 1. Wat doet een kringloopwinkel / voedselbank concreet?
 2. Was het een bewuste keuze om bij het OCMW / voedselbank / … aan de slag te gaan?
 3. Hebben jullie een zicht op hoeveel mensen in deze gemeente in armoede leven / dakloos zijn?
 4. Waar hebben de meesten van hen nood aan? .................

Slide 49 - Slide