3.3 Lezen les 2

Lezen is het bewijs dat je op twee plekken tegelijk kunt zijn (Loesje)
timer
15:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen is het bewijs dat je op twee plekken tegelijk kunt zijn (Loesje)
timer
15:00

Slide 1 - Slide

H3.3 Lezen

Slide 2 - Slide

H3 Weer geleerd 
Paragraaf 3.3


Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Slide

H3 Weer geleerd 
Paragraaf 3.3 Lezen
In deze paragraaf ga je leren:

-hoe je meningen en argumenten herkent V
-wat een tekstverband van reden/argument is
- wat een tekstverband van samenvatting/conclusie is
- hoe je tekstdoelen kunt herkennen
-wat een betoog is

Slide 4 - Slide

H3 Weer geleerd 
Paragraaf 3.3 Lezen 

Wat weet je nog van tekstverbanden?
Welke tekstverbanden ken je inmiddels?

Slide 5 - Slide

Welke tekstverbanden ken je inmiddels?

-opsomming
-tegenstelling
-chronologisch
-voorbeeld

Welke leer je erbij?


-conclusie/samenvatting
-reden/ argument

Slide 6 - Slide

H3 Weer geleerd 
Paragraaf 3.3 Lezen
Een tekstverband geeft een verband aan in een tekst; wat heeft het met elkaar te maken? 
Het kan een verband zijn tussen woorden, zinnen en alinea's. Veel tekstverbanden kun je herkennen aan signaalwoorden. Dat zijn verwijswoorden die vaak bij dat tekstverband voorkomen.

Slide 7 - Slide

H3 Weer geleerd 
Paragraaf 3.3 Lezen
Tekstverband voor reden/argument.
Als er in een tekst een reden (argument) voor iets wordt gegeven, dan heb je een tekstverband voor reden/argument. 
Een paar signaalwoorden die je vaak ziet voor reden/argument zijn:
daarom, namelijk, omdat, want.

Slide 8 - Slide

H3 Weer geleerd 
Paragraaf 3.3 Lezen
Tekstverband voor conclusie/samenvatting
Als er in een tekst een conclusie wordt getrokken of een samenvatting wordt gegeven, dan heb je te maken met een tekstverband voor conclusie/samenvatting.
Vaak is de conclusie een mening, en de samenvatting kan ook vooral feiten bevatten. Dit tekstverband zie je vooral aan het einde van een betoog.  
Een paar signaalwoorden die je vaak ziet voor samenvatting/conclusie zijn:
dus, kortom.

Slide 9 - Slide

Maak de opdrachten over de nieuwe tekstverbanden . 
Dat zijn de opdrachten 5-8-13-14-15-16
Klaar? Ga lezen of vraag of je voor een ander vak bezig mag

Nu mag je zelf aan het werk!
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Even checken!
Wat zijn signaalwoorden 
en wat moet je ermee?

Slide 11 - Slide

3.3 Lezen les 2

Slide 12 - Slide