3.3 Lezen les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Goedemorgen allemaal! 

Welkom bij Nederlands. Pak je schrift en maak de startopdracht. 

In deze zinnen zitten formuleringsfouten. Verbeter de zin en schrijf de goede zin in je schrift.

________________________________________

1. Ze ging naar huis heel snel omdat ze had een belangrijke afspraak.

2. Ik ben heel moe, daarom ik heb de vergadering gemist gisteren.

3. Ik heb een nieuw boek gekregen die ik al heel lang wilde lezen.

4. De film die ik gisteren zag was heel spannend, ik vond dat ik hem zou aanraden.

H3 Weer geleerd 

Paragraaf 3.3

In deze paragraaf ga je leren:

-hoe je feiten/meningen en argumenten herkent

-signaalwoorden die een reden aangeven

- signaalwoorden die een conclusie aangeven

- hoe je tekstdoelen kunt herkennen

-wat een betoog is

Welke tekstverbanden ken je inmiddels?

-opsomming

-tegenstelling

-voorbeeld

-reden/ argument

- conclusie

Welke leer je erbij?

Welke tekstdoelen er zijn en kun je ze benoemen.

Kun je het tekstdoel "overtuigen" herkennen bij een tekst. 

Aan het eind van deze les weet je: 

Nakijken: 

opdracht 7, 8 en 9 blz. 166/ 167 

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 

Instructie en Aantekeningen

H3 Weer geleerd

Paragraaf 3.3

Tekstdoelen: denken, delen,  uitwisselen

Wat is het?

Waar gebruik je het voor?

Waarom is het goed om te weten wat het tekstdoel van een schrijver is?

H3 Weer geleerd

Paragraaf 3.3

Tekstdoelen

tekstdoel	bedoeld om	voorbeeld
informeren	informatie te geven	nieuwsbericht/handleiding
activeren	je iets te laten doen	advertentie/uitnodiging
amuseren	je te vermaken	strip/boek
overtuigen	je over te halen/ met iemand eens te zijn.	recensie/review/betoog

H3 Weer geleerd

Paragraaf 3.3

Herken het tekstdoel. 

Je leert iets nieuws/ komt ergens meer over te weten= informeren

Je hebt even tijd voor jezelf, je hoeft even niks= amuseren

Je moet ergens iets mee doen..(NU!)= activeren

Je moet je mening veranderen, opeens ben je het met iemand eens/oneens= overtuigen

H3 Weer geleerd

Paragraaf 3.3

Betoog

Een betoog is een tekst of een verhaal waarin iemand jou ergens van overtuigd. 

Als je een betoog schrijft heeft het een vaste indeling.

1 inleiding-> mening over de stelling/het onderwerp

2 kern-> officieel drie alinea's met drie verschillende argumenten bij de stelling/ het onderwerp

3 slot-> eindoordeel met conclusie en nogmaals de mening

Toepassen

Waar ga jij vandaag mee aan de slag?

Ik wil graag verlengde instructie

Ik maak opdracht 10, 11, 12,18, 19, 20, 21

Ik loop achter met mijn eigen leerplan van NUMO en ga daar mee aan het werk.

Ik maak de opdrachten thuis en ga nu lekker lezen

Wat?	Blz. 167 en verder: opdracht 10, 11, 12, 18, 19, 20, 21
Hoe?	D e vragen beantwoorden in je werkboek.
Hulp	Vraag? Steek je vinger op.
Tijd	15 minuten
Klaar?	Werk in NUMO aan je eigen leerplan/ lekker lezen

Opdracht 

Startopdracht:

Welke tekstdoelen ken je? Schrijf ze allevier in je schrift. 

Bedenk bij elk tekstdoel een voorbeeld. 

Welke tekstdoelen er zijn en kun je ze benoemen.

Kun je het tekstdoel "overtuigen" herkennen bij een tekst. 

Aan het eind van deze les weet je: 

Lekker meelezen