This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Theorie herhalen
Les 2
Slide 1 - Slide
Doel van de les
- Je kunt (verhaal)sommen maken met breuken en procenten.
- Je kunt klok kijken en (verhaal)sommen hierbij maken.
Slide 2 - Slide
Ronde 1
- Breuken
- Procenten
Slide 3 - Slide
Procenten
- 1/2 = 0,5 = 50%
1/4 = 0,25 = 25%
Slide 4 - Slide
Ayah makt een heerlijke cake. De cake bestaat voor 30% uit melk en 1/4 deel uit ei en de rest is bloem. Hoeveel procent bloem bevat de cake van Ayah?
Slide 5 - Open question
Bilal en Anwar spelen vaak kaart spelletjes. Bilal heeft 5 van de 20 keer gewonnen. Anwar heeft 20 keer gespeeld en 25% gewonnen. Wie heeft het vaakst gewonnen?
Slide 6 - Open question
Zainab had vorige schooljaar 1550 sommen gemaakt. Dit schooljaar heeft ze 120% meer sommen gemaakt. Hoeveel sommen heeft Zainab dit schooljaar gemaakt?
Slide 7 - Open question
Klaas en Wim spelen vaak kaart spelletjes. Klaas heeft 5 van de 20 keer gewonnen. Wim heeft 20 keer gespeeld en 25% gewonnen. Wie heeft het vaakst gewonnen?
Slide 8 - Open question
Breuken
- half = 1/2 of 0,5
- anderhalf = 1 1/2 of 1,5
- 1/2 van 80 = 80:2x1
2/3 van 60 = 60:3x2
Slide 9 - Slide
Om een taart te maken is 1/4 kg boter nodig. Op welke weegschaal ligt 1/4 kg boter?
Slide 10 - Open question
Alice maakt een rondwandeling van 25 km. Als ze bij de tweede rust komt, heeft ze 20 km gelopen. Welk deel van de wandeling heeft Alice dan al gehad?
Slide 11 - Open question
Dirk wil graag een spelcomputer. Hij heeft al 60 euro gespaard. Welk deel heeft hij al gespaard?
Slide 12 - Open question
Sarah heeft in de vakantie 11,2 km gefietst. Hoe schrijf je 11,2 als breuk?
Slide 13 - Open question
Ronde 2
- Klokkijken
Slide 14 - Slide
Klokkijken
- 1 uur = 60 minuten
- 1 minuut = 60 seconde
Slide 15 - Slide
Lamia is wielrenner. Zij doet mee aan een wedstrijd van 30 km. Zij komt na 1 uur en 30 minuten over de finish. Hoeveel km. per uur was haar gemiddelde snelheid?
Slide 16 - Open question
Juf Chaimae gaat een weekendje weg. Zij vertrekt om 07:45 uur. Om 17:49 komt zij in haar hotel aan. Hoe lang heeft de reis voor haar geduurd?
Slide 17 - Open question
Om 21:35 begint de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Feyenoord. Papa wil dit geen seconde missen. Hoe laat begint de wedstrijd?
Slide 18 - Open question
Vandaag reis ik van Boskoop naar Den Haag. Om 13:17 vertrekt mijn trein. Ik kom om 12:14 aan bij het station. Hoe lang moet ik nog wachten op mijn trein?