Ga lezen in je Nederlands boek, bezig met een oude woordzoeker of leren voca A+B (zometeen activiteit)
Railey luisteropdracht pw. inhalen
Aujourd'hui, c'est lundi
H1A
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek, bezig met een oude woordzoeker of leren voca A+B (zometeen activiteit)
Railey luisteropdracht pw. inhalen
Aujourd'hui, c'est lundi
H1A
Slide 1 - Slide
Startactiviteit vocabulaire ch.5
Qu'est-ce qu'on va faire (wat gaan we doen)? Het leerwerk van ch.5 wordt overhoord door middel van het spel met het balletje. Krijg je de bal naar je toegegooid, dan geef je de vertaling van het woord.
Goed? Gooi het balletje terug
Fout? Je komt nog een keer aan de beurt
Slide 2 - Slide
Le programme:
- Grammaire D herhalen (passé composé)
- Leren vocabulaire A+B
Slide 3 - Slide
Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les.....
1) beheers je grammaire D
3) heb je geleerd voor het SO
& heb je extra vragen gesteld als je grammaire D nog niet helemaal begrijpt
Slide 4 - Slide
Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?
Slide 5 - Slide
Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 22
Ex. 16ABC + 17BCD
Slide 6 - Slide
Ouvre l'ordinateur
Koppel je laptop met de LessonUp!
Grammaire D (passé composé) herhalen
Slide 7 - Slide
Wat weet je nog van grammaire D, de passé composé (volt. deelwoord) -> regels / voorbeelden....
Slide 8 - Mind map
présent (tegenwoordige tijd)
passé composé (voltooide tijd)
Je regarde Netflix
Luc et Sophie parlent français
On a fêté l'anniversaire
Vous avez invité Luc?
Slide 9 - Drag question
Maak de passé composé compleet door de vormen van avoir (hebben) op de juiste plek te zetten:
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
avons
avez
ont
as
a
ai
Slide 10 - Drag question
Dus: Uit welke twee elementen bestaat de passé composé in het Frans?
Sleep die twee elementen naar het juiste vakje
+
Persoonlijk voornaamwoord
Vorm van het hulpwerkwoord avoir
Heel werkwoord
Voltooid deelwoord
Slide 11 - Drag question
Maak de passé composé:
Tu ............ ........... (parler)
A
tu as parlé
B
tu avoir parlé
C
tu parles
D
tu parle
Slide 12 - Quiz
Maak de passé composé:
Il ............ ........... (chanter)
A
Il a chanté
B
Il as chanté
C
Il avons chanté
D
Il a chante
Slide 13 - Quiz
Maak de passé composé:
Vous ............ ........... (manger)
A
vous mangez
B
vous avez mangé
C
vous êtes mangé
D
vous avons mangé
Slide 14 - Quiz
Maak de passé composé: Elle ............ ........... (parler)
Slide 15 - Open question
Maak de passé composé:
Vous ............ ........... (danser)
Slide 16 - Open question
Maak de passé composé:
Sophie ............ ........... (penser)
Slide 17 - Open question
Je peux le faire! Dit gaat me lukken!
Slide 18 - Poll
Fais l'exercice:
1. Tu ........ ........... (parler)
2. Elle ........ ........... (danser)
3. Vous ........ ........... (donner)
4. Nous ........... .............. (parler)
Antwoorden in lijntjesschrift? Ga leren voca. A+B online
Slide 19 - Slide
Au travail:
Ga naar StudyGo > ga leren vocabulaire A + B, individueel in stilte
1) leren
2) dictee
3) toets (dit moet je uiteindelijk kunnen op de toets)
Ouvre l'ordinateur
Zit je nog niet in de StudyGo groep? Maak account aan!
Slide 20 - Slide
Extra hulp nodig voor grammaire D? Geef het aan
Slide 21 - Slide
Les devoirs (huiswerk):
- Leren voor het SO (voca. A+B / zinnen C / grammaire D)