Arm en rijk. Centrum-periferie

Centrum - periferie model
1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 4 min

Items in this lesson

Centrum - periferie model

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

● De centrumlanden zijn de rijke landen in de wereld. Die liggen vooral in het noorden, dus in Europa en in Noord-Amerika. De productie in die landen is hoog en er is een koopkrachtige bevolking. Het centrum beheerst de wereldhandel.

● De periferie (= rand, buitenkant) bestaat uit landen met een laag inkomen. Ze worden gekenmerkt door afhankelijkheid, nadelige handelsrelaties, gebrekkige technologie en een lage productie.

● De landen in de semiperiferie (semi = half) zijn niet arm, maar ook niet rijk. Ze zijn sterk gegroeid door de opkomst van de industrie. Bedrijven uit de centrumlanden willen zich er graag vestigen, omdat de lonen er laag zijn. De producten worden in de rijke landen afgezet, maar ook in de semiperiferie zelf groeit de vraag. Het inkomen in landen als Brazilië, Rusland, India en China is de afgelopen jaren flink gestegen.

Slide 3 - Slide

Ontwikkeling van geld

Ruilhandel
Bestaanseconomie
Markt 
economie

Slide 4 - Slide

Geschiedenis van wereldhandel
1500-1800: Handelskolonialisme
1800-1945: Industrieel kolonialisme
1945-1990: Koude oorlog, dekolonisatie
1990-heden: Vrijhandel en global shift, de-industrialisatie

Slide 5 - Slide

Handelskolonialisme (1500 – 1800)
Zeilboten -> Eeuw van Ontdekkingen
kolonien 
Driehoekshandel

Slide 6 - Slide

Industrieel kolonialisme  (1800-1945)
Stoomboten, locomotieven

Industriële revolutie – van handgemaakt naar gemaakt door machine gemaakt
=> Massaproductie =>
Ruwe materialen nodig => Verzekeren levering van koloniën 
(kolonie wordt onderdeel van het moederland, grenzen tussen de landen werden getrokken.)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

1914-1918
1939-1945

Slide 10 - Slide

1945-1990 
Wereld verdeeld in 3 blokken: 
  1. het Westen (NAVO, VS)
  2. Communisten
  3. ex-kolonien.

Dekolonisatie 

Verloop van de wereldhandel rond 1980

Slide 11 - Slide

1959 KOUDE OORLOG VERHOUDINGEN

This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 12 - Slide

Verschuiving van handelspatroon
1. opdeling productiketen
2. ontwikkeling van transport en inrastructuur 
3. Samenwerking van landen, WTO
Global shift

Slide 13 - Slide

Tijd-ruimte compressie
treinen
containerschepen
internet
vliegtuigen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Productieketen is niet meer lokaal

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Peiltjes 
= global shift 

Slide 18 - Slide

Globalisering 
- internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld, en informatie (zoals kennis en cultuur). 

Ever Given, Covid, russische gas, ukrainse tarwe... 

Slide 19 - Slide

positief / negatief
  • Je geeft arme mensen een baan
  • Aantal centrumlanden groeit
  • Meer welvaart onder brede lagen van de bevolking
  • Meer technische kennis in arme landen
  • Meer geld voor onderwijs, gezondheidszorg, enz.
  • Arme landen krijgen meer politieke invloed

  • Uitbuiting arbeiders
  • Meer milieuproblemen in arme landen
  • Grote sociale ongelijkheid in arme landen
  • Bedrijven trekken snel weer weg naar goedkopere gebieden
  • In Europa verliezen we banen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

HDI 

Slide 24 - Slide

FSI

Slide 25 - Slide

GINI

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

PTO2 
33 vragen: 
- 10 begrippen
- 5 opgaves

Slide 30 - Slide

PTO1 herhaling Systeem aarde

- riftzone (platentektoniek) 1.4
- rivier: loop, regiem, delta B95
- ITCZ 2.2
- Landdegradatie 3.3
(bodemerosie, verzilting, 
ontbossing, overbeweiding,
verwoestijning)

+ MNO's, HDI 

Slide 31 - Slide

Gebieden:
- Ethiopië, Sudan
- Hoorn van Afrika 
- Sahel

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Oorzaken en oplossingen van de voedselcrisis 

5. Subsidies, dumpen, tariefmuren, focus op commerciele landbouw => lokale voedselproductie schaden, de inkomsten verminderen en de voedselzekerheid in arme landen in gevaar brengen => voedseltekort 
6.  nationaale schaalniveau = binnen de grenzen vaan één land
politieke voorwaarden; 
geografische/fysieke voorwaarden: 
7. Duurzamere landbouw praktijken en 

Slide 34 - Slide

Streaming en de musiekindustrie

Slide 35 - Slide

De ontwikkeling van landen rondom de
Middellandse Zee
2022 III vwo

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide