hfd 4 statistiek toets
Bereken het gemiddelde van:
4, 8, 9
4, 8, 9
A
5
B
6
C
7
D
Weet ik niet
1 / 21
Items in this lesson
Bereken het gemiddelde van:
4, 8, 9
4, 8, 9
A
5
B
6
C
7
D
Weet ik niet
Slide 1 - Quiz
de modus is:
A
het middelste getal
B
het getal dat het meeste voorkomt
C
het gemiddelde
D
het gewogen gemiddelde
Slide 2 - Quiz
Het totaal aantal procenten van een cirkeldiagram is......?
A
200%
B
Dit is afhankelijk van de vraag
C
360%
D
100%
Slide 3 - Quiz
Lijndiagram
Beelddiagram
Staafdiagram
Cirkeldiagram
Turftabel
Steelbladdiagram
Slide 4 - Drag question
Wat is de modus?
A
9
B
er is geen modus
C
81
D
84
Slide 5 - Quiz
Wat is het gemiddelde?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 6 - Quiz
Wat is het gemiddelde van
2, 6, 7, 7, 8
2, 6, 7, 7, 8
A
5
B
7
C
6
D
8
Slide 7 - Quiz
Wat is de vermenigvuldigingsfactor die hoort bij 18%?
A
1,8
B
0,18
C
18
D
0,018
Slide 8 - Quiz
Het getal dat het meest voorkomt heet .....
A
het gemiddelde
B
een turftabel
C
de mediaan
D
de modus
Slide 9 - Quiz
Bereken het gemiddelde van
2, 6, 23, 85, 30, 7, 8
2, 6, 23, 85, 30, 7, 8
A
17
B
23
C
28
D
Weet ik niet
Slide 10 - Quiz
Wat is het gemiddelde
A
De som van de waarnemingen gedeeld door het aantal waarnemingen
B
De middelste waarneming
C
De waarneming die het meeste voorkomt
D
De som van de waarbnemingen maal het aantal waarnemingen
Slide 11 - Quiz
Het gemiddelde van 18, 22, 22, 54, 76 bereken je door
A
Het middelste getal te kiezen
B
Het getal te kiezen die het vaakst voor komt
C
Alles bij elkaar op te tellen
D
Alles bij elkaar op te tellen en delen door het aantal cijfers
Slide 12 - Quiz
In welke klasse wordt 160 cm ingedeeld?
A
150-160
B
160-170
Slide 13 - Quiz
Bij 21% hoort de vermenigvuldigingsfactor 0,21
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Bij 7,5% korting van 50 euro geeft rekenen met de vermenigingsfactor ...
A
0,075 x 50
B
7,5 x 50
Slide 15 - Quiz
Bij een vermenigvuldigingsfactor van 0,13 hoort 13%
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Ipv de vermenigvuldigingsfactor 0,4 mag ik ook de verhoudingstabel gebruiken, eerst 1 % en dan 40% nemen ...
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Met welk getal moet je OUD vermenigvuldigen om NIEUW te krijgen bij een procentuele toename van 2,4%
A
0,24
B
1,24
C
1,024
D
0,024
Slide 18 - Quiz
Met welk getal moet je OUD vermenigvuldigen om NIEUW te krijgen bij een procentuele toename van 0,03%
A
0,0003
B
1,003
C
0,003
D
1,0003
Slide 19 - Quiz
Met welk getal moet je OUD vermenigvuldigen om NIEUW te krijgen bij een procentuele afname van 6%
A
1,06
B
0,96
C
0,94
D
0,4
Slide 20 - Quiz
8,2 % procentuele toename van 80 is ...
A
1,082 x 80
B
91,8 x 80
