HAVO 3 par 8.1 wat is welvaart deel 2

Lesdoel
  • Wat is welvaart? (in enge zin en in ruime zin)
  • Hoe kan je welvaart meten?
  • Wat zijn productiefactoren?
  • Wat zijn productiesectoren?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoel
  • Wat is welvaart? (in enge zin en in ruime zin)
  • Hoe kan je welvaart meten?
  • Wat zijn productiefactoren?
  • Wat zijn productiesectoren?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Een goede gezondheid van de bevolking is welvaart in
A
ruime zin
B
enge zin

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Als er economische groei is dan
A
daalt het BBP
B
stijgt het BBP
C
Blijft het BBP hetzelfde

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat BBP voor?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Lesdoel 3
Wat zijn productiefactoren?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Productie :
Het maken van goederen en leveren van diensten
Bij het produceren heb je productiefactoren nodig
Voor elke productiefactor krijg je een beloning:
- rente
- loon/salaris
- pacht
- winst

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Lezen en maken opdr 7,8 en 9 op bladzijde 214
timer
10:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Koppel de juiste beloning aan de productiefactoren.
Natuur
Arbeid
Kapitaal
Onder-nemer-
schap
SALARIS
RENTE
WINST
PACHT

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Lesdoel 4
Wat zijn productiesectoren?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Z

Zie tabel 2 op blz 215

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Productiesectoren   

Slide 17 - Slide

De ondernemingen waarbij je kunt werken, zijn verdeeld in vier productiesectoren.

De primaire sector: hier horen bedrijven bij die grondstoffen maken zoals boeren, vissers, de houtkap en mijnbedrijven.

De secundaire sector: hier horen bedrijven bij die de grondstoffen van de primaire sector nemen en verwerken tot iets anders. Fabrieken, bouwbedrijven, pottenbakkers en soortgelijke bedrijven.

De tertiaire sector: hierin vind je alle bedrijven die een dienst leveren (en dus niet een goed maken!) en deze met winst proberen te verkopen. Alle winkels horen hierbij, maar ook de bank, de NS, de kapper en klusbedrijven,

De quartaire sector: hier vallen alle bedrijven onder die een dienst leveren en deze niet met winst proberen te verkopen. De diensten die in de quartaire sector worden geleverd zijn grotendeels openbaar. Hieronder vallen de politie, brandweer en het onderwijs.
LET OP! Verschil in begrippen.
productieFACTOREN
(kapitaal, arbeid, natuur, ondernemerschap)

productieSECTOREN
(primaire, secundaire, tertiaire, quartiaire)


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Lezen en maken opdr 10 en 11 
op bladzijde 215
timer
5:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

In welke productiesector hoort een meubelmaker
A
agrarische
B
industriële
C
dienstverlenende

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

CSG Liudger csbehoort tot de productieSECTOR:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb deze les geleerd wat productiefactoren en productiesectoren zijn
ja
nee

Slide 24 - Poll

This item has no instructions