What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.7 verder kader en basis
3.7 Grammatica
We gaan kort herhalen wat we de vorige
les hebben gedaan en dan komt er ook weer
iets nieuws bij...
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3.7 Grammatica
We gaan kort herhalen wat we de vorige
les hebben gedaan en dan komt er ook weer
iets nieuws bij...
Slide 1 - Slide
Hoe vind je de
persoonsvorm in de zin?
Slide 2 - Mind map
Persoonsvorm
- als je de zin vragend maakt, komt de persoonsvorm vooraan
- de persoonsvorm is altijd maar 1 woord
- als je de zin in een andere tijd zet, verandert de personnsvorm van klank
Slide 3 - Slide
Als je de PV gevonden hebt,
hoe vind je dan
het onderwerp?
Slide 4 - Mind map
Het onderwerp
Het onderwerp van de zin vind je door de volgende vraag te stellen:
wie-wat + pv
Bij: 'Jantje loopt op straat' vraag je dus:
Wie loopt? Jantje
Slide 5 - Slide
Wat is in deze zin het onderwerp?
De lange jongen kuste het kleine meisje.
A
kuste
B
de lange jongen
C
het kleine meisje
D
weet ik niet
Slide 6 - Quiz
Wat is in deze zin het onderwerp?
Gisteren heeft mijn hond mijn huiswerk opgegeten.
A
gisteren
B
heeft
C
mijn hond
D
mijn huiswerk
Slide 7 - Quiz
Lijdend voorwerp
Wie/wat + pv + O
Jantje heeft Pietje geslagen.
pv: heeft
wg: heeft geslagen
O: wie/wat heeft geslagen? Jantje
LV: wie heeft Jantje geslagen? Pietje
Slide 8 - Slide
Nog eentje...
De conducteur knipt de keertjes.
PV: knipt
O: wie knipt? De conducteur
LV: Wat knipt de conducteur? De kaartjes
Slide 9 - Slide
Nog eentje dan...
Pietje geeft bloemen aan zijn moeder.
pv: geeft
O: wie geeft? Pietje
LV: Wat geeft Pietje? bloemen
De bloemen, daar gebeurt iets mee.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Even iets anders...
Het werkwoordelijk gezegde = alle ww in de zin.
Jantje heeft een fiets gestolen.
wg: heeft gestolen
Slide 12 - Slide
Een splitsbaar werkwoord
Een splitsbaar werkwoord is een werkword dat je kunt delen
Jantje slaapt tot twaalf uur uit
werkwoord: uitslapen
pv: slaapt uit
Slide 13 - Slide
Infinitief
Het hele werkwoord noem je ook wel 'infinitief'.
Je vindt de infinitief door 'wij' voor het werkwoord te zetten.
wij lopen
wij fietsen
Slide 14 - Slide
Samengevat:
Een werkwoord kan splitsbaar zijn (bijvoorbeeld opstaan, uitslapen)
Een heel wrkwoord heet ook infinitief.
Deze vind je door 'wij' ervoor te zetten.
Pietje loopt.
wij
lopen
Slide 15 - Slide
Zinsontleden
Jantje sliep gisteren heel lang uit.
stap 1. Zoek pv (sliep Jantje uit?) sliep uit
stap 2. Zoek O. Wie + pv (Wie sliep uit?) Jantje
stap 3. LV -
Slide 16 - Slide
Nog eentje dan...
Ontleed de volgende zin:
De jongen aaide het hondje
zoek pv
zoek O
zoek LV
Slide 17 - Slide
Maken:
3.7 Grammatica
Basis: 9, 10, 11
Kader: 14, 15, 16, 18 en 19
Klaar? Vraag even of er opdrachten gereset zijn van de vorige les.
timer
1:00
Slide 18 - Slide
Hoe lastig vind je dit onderwerp?
0
10
Slide 19 - Poll
Hoe heb je gewerkt?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 20 - Poll
More lessons like this
3.7 deel 2
March 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
October 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
January 2020
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
March 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
June 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
August 2022
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
January 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
July 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1