What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Alphen A2B1 13 juli
De woorden van thema 8,
taak 1
Gebruik van het woordje "er"
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 4
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De woorden van thema 8,
taak 1
Gebruik van het woordje "er"
Slide 1 - Slide
Johan houdt van Lisa, maar Lisa ..................... Johan ...................
A
afwijst, hem
B
af, wijst
C
wijst, af
D
wijzen, af
Slide 2 - Quiz
Dat ik dat nog mag ...........................!
A
de schoonmoeder
B
welnee
C
ongemakkelijk
D
meemaken
Slide 3 - Quiz
....................... die tas daar maar ....................
A
Legt, door
B
Leg, neer
C
leggen, van
D
Leggen, om
Slide 4 - Quiz
De stilte duurde lang en voelde ......................
A
gastvrij
B
afwijzen
C
kwetsen
D
ongemakkelijk
Slide 5 - Quiz
Als Robbert verlegen is, ....................... hij.
A
blozen
B
zoenen
C
bloost
D
meemaken
Slide 6 - Quiz
Als je in een kleine tent slaapt, dan heb je een ..................... nodig.
A
slaapbank
B
logeerbed
C
luchtbed
D
trouwdag
Slide 7 - Quiz
Een medewerker van de gemeente belde op. Je moet hem ..........................
A
terugbellen
B
bellenterug
C
teruggaan
D
terugdoen
Slide 8 - Quiz
Mijn vrouw lijkt sprekend op mijn ........................
A
trouwdag
B
zoen
C
schoonmoeder
D
meid
Slide 9 - Quiz
Opa past op zijn kleindchter. Hij is gek op de kleine ....................
A
kwets
B
meid
C
dekbed
D
bloos
Slide 10 - Quiz
Het woordje "er" in combinatie met een voorzetsel
Bijvoorbeeld:
Hij houdt van soep.
Hij houdt ervan.
Slide 11 - Slide
Herschrijf:
De jongen glijdt van de glijbaan af.
Vervang 'de glijbaan' voor ER.
Slide 12 - Open question
Gefeliciteerd met je jubileum!
Vervang 'je jubileum' voor ER.
Slide 13 - Open question
Denk aan je afspraak bij de dokter!
Vervang 'je afspraak bij de dokter' voor ER.
Slide 14 - Open question
Wat geef je voor mijn auto?
Vervang 'mijn auto' voor ER.
Slide 15 - Open question
Luister naar de uitleg van de docent!
Vervang 'de uitleg van de docent' voor ER.
Slide 16 - Open question
Jullie reizen met een kleine koffer naar Marokko.
Vervang 'een kleine koffer' voor ER.
Slide 17 - Open question
Herschrijf de zin met ER als voorlopig subject van een onbepaald zelfstandig naamwoord.
Slide 18 - Slide
Twee honden lopen op straat.
Herschrijf de zin, en begin met ER.
Slide 19 - Open question
Een vrouw valt van haar fiets.
Herschrijf de zin, en begin met ER.
Slide 20 - Open question
Regen valt op de huizen.
Herschrijf de zin, en begin met ER.
Slide 21 - Open question
Veel vitaminen zitten in sinaasappels.
Herschrijf de zin, en begin met ER.
Slide 22 - Open question
Grote hoeveelheden plastic bevinden zich in de zee.
Herschrijf de zin, en begin met ER.
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Herhaling woordvolgorde
28 days ago
- Lesson with
22 slides
NT2
Secundair onderwijs
HERHALING Alfa WS_ Thema 3: gezondheid
May 2021
- Lesson with
15 slides
Alfa
Hoger onderwijs
Het woordje 'er' - vijf situaties
June 2024
- Lesson with
17 slides
'er'
ISK
Les 03 - Betrekkelijk voornaamwoord
January 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 03 - Betrekkelijk voornaamwoord
April 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
cod et coi exercices
January 2022
- Lesson with
10 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HERHALING Alfa WS_ Thema 3: gezondheid
November 2024
- Lesson with
15 slides
Alfa
Hoger onderwijs
Betrekkelijk voornaamwoord
February 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3