Taaltaak Bundesländer komt te vervallen. Met 1 les in de week en de opgelopen achterstand is er in de les geen tijd meer. (Afronden in eigen tijd is wel toegestaan)
Iedereen krijgt aan het eind van dit hoofdstuk een nieuwe taaltaak.
Slide 2 - Slide
Was lernen wir heute?
je krijgt inzicht in je gemaakte so. wat ging goed en wat kan een volgende keer beter en hoe doe ik dat?
Je kunt een eenvoudige video over het thema familie begrijpen
Je kunt de werkwoorden haben en sein vervoegen en de persoonlijke vnw gebruiken.
Slide 3 - Slide
Top: 22 lln scoren voldoende
gem. cijfer klas: 7.2
slechts 5x onv.
tunkuur boeken aub
Slide 4 - Slide
Doel toetsbespreking: inzicht krijgen in jouw manier v leren
onvoldoende? dan verplicht tunken voor een analyse van je so
wil je meer weten over je so? tunkuur boeken aub.
Slide 5 - Slide
Kapittel 2 Wir : du kannst über deine Familie und Freunde erzählen
ich - du -er - sie - es
wir - ihr -sie - Sie
Slide 6 - Slide
A Sehen Familienquiz - Aufgabe 1, Seite 34
starten meteen met 2b Seite 35
Slide 7 - Slide
B Wortschatz
1e opdracht B Wortschatz samen Aufgabe 3, Seite 36
we lopen alle opdrachten door en kijken wat de Duitse instructie betekent. (schrijf bij de diverse opdrachten in je AB in Nederlands op wat je moet doen)
Slide 8 - Slide
E Grammatik: hebben en zijn -
haben und sein
Uitleg zie schema
Slide 9 - Slide
de persoonlijke voornaamwoorden
1 Mein Bruder ist älter - er (hij) ist 16 Jahre
2 Meine Schwester is jünger - sie (zij)ist 6 Jahre
3 Meine Freunde sind top - sie(zij) sind immer da
4 Das Haus ist groß - es (het)hat 8 Zimmer
5 Peter en Anne sind zu Hause - sie(zij) erwarten uns
Slide 10 - Slide
de persoonlijke voornaamwoorden
1 mijn broer is ouder - ..........is 16 jaar
2 mijn zus is jonger - ..........is 6 jaar
3 mijn vrienden zijn top - ........zijn er altijd voor mij
4 Het huis is groot - -------heeft 8 kamers
5 Peter en Anne zijn thuis - ........ verwachten ons
Slide 11 - Slide
Grammatik E
Instructies opdrachten 19-20-22-23
aan de slag
volgende week afhebben samen met alle opdrachten bij B Wortschatz opdr. 4-5-6-7-9-10