Week 51: Zenuwstelsel

1. Sleep de juiste woorden naar de onderdelen in de tekening. 
Ruggenmerg
Zenuwen
Hersenen
1 / 12
next
Slide 1: Drag question
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

1. Sleep de juiste woorden naar de onderdelen in de tekening. 
Ruggenmerg
Zenuwen
Hersenen

Slide 1 - Drag question

2. De zintuigen zijn met de hersenen verbonden door middel van:
A
Oren
B
Spieren
C
Zenuwen
D
Ruggenmerg

Slide 2 - Quiz

3. Waar of niet waar?
Je zenuwstelsel werkt alleen als je wakker bent.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

4. Waar of niet waar?
Medicijnen, alcohol en drugs hebben invloed op de werking van je zenuwstelsel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

5. Waar of niet waar?
Zenuwen lopen naar alle plekken in je lichaam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

6. Wat is de functie van de hersenen?

Slide 6 - Open question

7. Wat is de functie van de zenuwen?

Slide 7 - Open question

8. Je gaat pannenkoeken bakken en wilt de pannenkoek omdraaien, omdat je hebt gezien dat de pannenkoek bruin wordt.
Wat is de prikkel waardoor je de pannenkoek wilt omdraaien?

Slide 8 - Open question

9. De deurbel gaat en je doet open. Zet de begrippen in de juiste volgorde zoals wordt afgelegd in het zenuwstelsel.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Impuls gaat via zenuw (2x kiezen)
Impuls bereikt hersenen
De deurbel gaat
Je spieren gaan bewegen en je loopt naar de deur
Geluid naar gehoorzintuig

Slide 9 - Drag question

10. Wat is de juiste volgorde van onderstaande gebeurtenissen?
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Er gaan berichten van de warmtezintuigen naar de hersenen
Je trekt je trui uit

Het is warm in het klaslokaal

Er gaat een bericht van je hersenen naar je armspieren

De warmtezintuigen in je huid worden geprikkeld
Je neemt waar dat het warm is en besluit je trui uit te doen

Slide 10 - Drag question

11. John zit in de keuken, zijn zintuigen vangen allerlei prikkels op.
Op welke prikkel zal John meteen reageren?
A
Zijn oren vangen het geluid van de radio op
B
Zijn neus neemt gaslucht waar
C
Zijn oren vangen het geluid van voorbijrazende auto’s op
D
Met zijn ogen ziet hij dat de kat binnenkomt

Slide 11 - Quiz

12. Leg uit waarom John het snelste op die prikkel zal reageren.

Slide 12 - Open question