(2M) H5 een land met veel water paragraaf 1 deel 2

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 1 H5
  • maken opdracht 4 t/m 7
  • nabespreken paragraaf 1
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • uitleggen hoe de rivieren het Nederlandse landschap hebben opgebouwd.
  • uitleggen hoe de zee het Nederlandse landschap heeft opgebouwd.
  • uitleggen hoe veen het Nederlandse landschap heeft opgebouwd.
  • op welke plekken de eerste mensen in Nederland gingen wonen en waarom daar.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 1 H5
  • maken opdracht 4 t/m 7
  • nabespreken paragraaf 1
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • uitleggen hoe de rivieren het Nederlandse landschap hebben opgebouwd.
  • uitleggen hoe de zee het Nederlandse landschap heeft opgebouwd.
  • uitleggen hoe veen het Nederlandse landschap heeft opgebouwd.
  • op welke plekken de eerste mensen in Nederland gingen wonen en waarom daar.

Slide 1 - Slide

nakijken

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 4 - Slide

Oeverwallen
  • Toen er nog geen dijken in Nederland waren, overstroomde het rivierwater en het land regelmatig.

  • In het overstroomde gebied ging het water nog langzamer stromen. Dicht langs de oever van de rivier werd daardoor zand neergelegd. --> Oeverwallen.

    Slide 5 - Slide

    Slide 6 - Slide

    Komgronden
    • Verder weg van de rivier, waar het water nog langzamer stroomde, zakten ook de heel kleine kleideeltjes naar de bodem. 

    • Klei droogt heel langzaam op. Daardoor komen de deeltjes dichter bij elkaar te zitten en zakt het oppervlak nog heel lang in. Dat heet inklinken

    • De laaggelegen ingeklonken stukken van het rivierengebied heten komgronden.

    Slide 7 - Slide

    Slide 8 - Slide

    Delta
    • Door al dat neergelegde zand raakten rivieren soms verstopt, waardoor het water een nieuwe weg naar zee zocht. 

    • Zo’n vertakt laatste stuk van een rivier heet een delta.

    Slide 9 - Slide

    IJstijden
    ► In de ijstijden was het veel kouder dan nu. 

    • In de winter: alles was bevroren en voerden de rivieren geen water af. 

    • In de zomer was de waterafvoer juist hoog. De sterk stromende rivieren brachten daarom in de zomer veel zand mee. 

    • De wind en de zee verplaatsten dat zand weer verder.


    Slide 10 - Slide

    Duinen
    • Aan het eind van de ijstijd smolt dat landijs en daardoor steeg de zeespiegel snel. 

    • Wind, golven en eb en vloed verplaatsten het zand dat de rivieren hadden meegebracht, langs de grens van land en zee. 

    • Zo ontstonden eilanden met strand en duinen voor de kust.


    Slide 11 - Slide

    Veen
    ► Na de ijstijd steeg de zeespiegel steeds langzamer. Maar de rivieren voerden nog wel steeds zand aan. Daardoor konden de duinen breder en hoger worden. 

    • Het zoute zeewater kon daardoor het gebied achter de duinen niet meer goed bereiken.

    • De rivieren konden dat wel. Daardoor ontstonden daar grote zoetwatermoerassen met waterplanten en riet. Omdat de plantenresten onder water lagen, konden ze niet verrotten.

    • Er ontstond daardoor een dikke laag veen

    Slide 12 - Slide

    zelfstandig werken
    lezen paragraaf 1 H5 wind en zee + moeras en veen
    maken opdracht 4 t/m 7
    gebruik hierbij:
    • tekstboek blz. 72/73
    • werkboek blz. 93/94/95/96
    stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
    timer
    1:00

    Slide 13 - Slide

    herhalen/nabespreken

    Slide 14 - Slide

    Wat wordt waar afgezet door de rivier?
    Klei
    Zand
    Komgrond
    Oeverwal

    Slide 15 - Drag question

    Vul in wat op de lege plaatsen in de zin hoort te staan: 'Oeverwallen bestaan uit (1) en komgronden bestaan uit (2)
    A
    (1) klei (2) grind
    B
    (1) zand(2) klei
    C
    (1)klei (2) zand
    D
    (1) grind (2) zand

    Slide 16 - Quiz

    Exit Ticket
    Hoe goed heb je de les begrepen?
    timer
    1:00
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 17 - Poll

    vandaag heb ik geleerd:
    timer
    1:00

    Slide 18 - Open question

    vandaag vind ik nog moeilijk:
    timer
    1:00

    Slide 19 - Open question