This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Quiz §1.1
Slide 1 - Slide
Wat draag je altijd tijdens een practicum?
A
Een bril en labjas
B
Alleen een bril
C
Alleen een labjas
D
Een bril en handschoenen
Slide 2 - Quiz
Wat moet je doen wanneer jij een brandwond hebt opgelopen?
A
Wond 10 minuten afkoelen met koud water
B
Wond 10 minuten afkoelen met lauw water
C
Wond 15 minuten afkoelen met koud water
D
Wond 15 minuten afkoelen met lauw water
Slide 3 - Quiz
Wat betekent dit veiligheidspictogram?
A
Ontplofbare stoffen
B
Explosieve stoffen
C
Ontvlambare stoffen
D
Vlambare stoffen
Slide 4 - Quiz
Wat doe je bij vergiftigingen?
A
Dokter bellen
B
Veel water drinken en dokter bellen
C
Veel water drinken
D
Onder de nooddouche staan
Slide 5 - Quiz
Wat betekent dit veiligheidspictogram?
A
Gevaarlijke stoffen
B
Giftige stoffen
C
Corrosieve stoffen
D
Gassen
Slide 6 - Quiz
Op een fles verfverdunner staat: Licht ontvlambaar. Schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid. Welke twee pictogrammen horen op de fles verfverdunner te staan?
D
C
B
A
A
pictogram A
B
pictogram B
C
pictogram C
D
pictogram D
Slide 7 - Quiz
Welk van de onderstaande pictogrammen zal op een gasfles met butaan staan?
A
pictogram I
B
pictogram II
C
pictogram III
D
pictogram IV
Slide 8 - Quiz
Is V (volume) een grootheid of een eenheid
A
grootheid
B
eenheid
Slide 9 - Quiz
Wat is GEEN veiligheidsmaatregel bij het doen van practica?
A
Ramen en deuren sluiten
B
Labjas aan, bril op, haren vast, dichte schoenen aan
C
Tafel zo leeg mogelijk en tas onder tafel
D
Niet eten, niet onnodig lopen, niet rennen
Slide 10 - Quiz
Welke veiligheidsvoorzieningen zijn aanwezig in een scheikunde lokaal?
A
Zuurkast
B
Brandblusser en branddeken
C
(Oog)douche
D
Alle drie de opties
Slide 11 - Quiz
Als je practicum doet, moet je netjes en veilig werken. Hoe doe je het goed?
A
Als je teveel stof pakt, doe je het terug in de voorraadpot.
B
Giet vloeistof direct uit de voorraadfles in een reageerbuis
C
Als je de brander gebruikt,
ga je staan.
D
Als je schud met een reageerbuis, houd je je duim op de buis