This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Programma
Spreken: Wat heb je gedaan in de vakantie?
Jezelf voorstellen
Zinnen schrijven in de voltooide tijd.
Filmpje kijken
Taal Compleet
Woordspel
Slide 1 - Slide
https://youtu.be/sOoIH5J5yYQ
Slide 2 - Slide
voltooide tijd
TaalCompleet A2
thema 2.5
Slide 3 - Slide
Voorbeelden
Ik heb tot 17:00 uur gewerkt.
Mijn zusje is gisteren voor haar examen geslaagd.
We hebben gisteren lekker gefietst.
Wij hebben in Rotterdam gewoond.
Gelukkig heb ik nu werk in Nederland gevonden.
Slide 4 - Slide
Wat is de voltooide tijd?
Voltooid betekent klaar. De handeling is afgelopen.
De voltooide tijd bestaat uit twee delen:
Het eerste werkwoord is meestal een vorm van hebben en af en toe zijn. Dit noemen we een hulpwerkwoord.
Het tweede werkwoord is het voltooid deelwoord. Dit zijn vormen als gewoond, gewerkt, gegeten, geslaagd en gegaan.
Slide 5 - Slide
Wanneer gebruik je een t of een d?
Kijk naar het hele werkwoord. Haal -en weg en dan heb je de ik-vorm.
Kijk naar de laatste letter. Staat de laatste letter in de medeklinkers van SoFTKeTCHuP, dan krijgt de voltooide tijd een t. Staat de laatste letter daar niet in, dan krijgt de voltooide tijd een d.