6.3 Geld voor de gemeente

Geld voor de gemeente
§6.3

Log alvast in bij Lessonup!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Geld voor de gemeente
§6.3

Log alvast in bij Lessonup!

Slide 1 - Slide

Doelen
Ik kan benoemen hoe de gemeenten aan inkomsten komen.
Ik kan uitleggen wat de inwoners aan gemeentelijke heffingen moeten betalen.




Zelf oefenen met de test jezelf van paragraaf 6.3 óf meedoen met de les.




Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Test jezelf paragraaf 6.3 maken op je laptop
2. Uitleg meevolgen
Klaar? Maak de rekentrainer van paragraaf 6.3 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Zijn er andere belastingen of uitgaven aan de gemeente waar jij van weet?

Slide 5 - Open question

Inkomsten van de gemeente
De gemeente Tilburg krijgt ieder jaar:
  • Geld van het Rijk (wordt betaald van belastingen)
  • Onroerendezaakbelasting
  • Gemeentelijke belastingen en afvalstoffenheffing (en rioolheffing)



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Onroerende zaak belasting
Onroerend = kan niet van zijn plaats
Zaak = een ding

Onroerende zaak is een huis

Roerende zaken zijn bijvoorbeeld: auto, fiets, laptop etc.

Slide 8 - Slide

Onroerende zaak belasting
Alleen als je een eigen woning bezit moet je OZB betalen.
De hoogte van de OZB moet je uitrekenen en hangt af van de waarde van jouw woning. 

Die waarde heet de WOZ-waarde (waarde onroerende zaak)

Iemand met een grote woning betaalt meer OZB dan iemand met een kleine woning.




Slide 9 - Slide

Onroerende zaakbelasting uitrekenen
Voorbeeld:
Peter heeft een eigen woning met een WOZ-waarde van €320.000 

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
WOZ waarde = 320.000
Tarief= 0,2624%

OZB = 320.000 : 100 x 0,2624 =839,68

%
100
1
0,2624
320000
3200
839,69

Slide 11 - Slide

Opdracht
  1. Bekijk op wozwaardeloket.nl hoeveel de waarde is van jouw adres.
  2. Bereken met onderstaande tabel hoeveel Onroerende zaak belasting (OZB) je zou moeten betalen als het huis van jou zou zijn.

Slide 12 - Slide

Andere inkomsten van de gemeente
  • Parkeergeld
  • Hondenbelasting
  • Rioolheffing
  • Afvalstoffenheffing
  • Leges, zoals paspoorten, bouwverginningen
  • Toeristenbelasting

Slide 13 - Slide

Noem 5 inkomsten van de gemeente

Slide 14 - Open question

Aan de slag
1. Maak de test jezelf van paragraaf 6.3 op de laptop.  
Je gaat naar hoofdstuk 6, onderaan staat 'test jezelf'. 

Klaar? Maak de rekentrainer van paragraaf 6.3.

Slide 15 - Slide

Doelen
Ik kan benoemen hoe de gemeenten aan inkomsten komen.
Ik kan uitleggen wat de inwoners aan gemeentelijke heffingen moeten betalen.




Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Verdiepingsopdracht
  1. Wat is de hoofdgedachte van het filmpje?
  2. Welke moeilijke woorden heb je gehoord?
  3. Probeer via internet de betekenis er van te achterhalen.

Slide 18 - Slide