§6.3 Geld voor de gemeente

Geld voor de gemeente
§6.3

Log alvast in bij Lessonup!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Geld voor de gemeente
§6.3

Log alvast in bij Lessonup!

Slide 1 - Slide

Welke 3 soorten kosten heb je als je een auto bezit?

Slide 2 - Open question

Jouw auto rijdt 1 : 20. De afstand naar Madrid is 1600 km. De prijs van benzine is €2,16. Bereken hoeveel geld het kost om heen en terug naar Madrid te rijden.

Slide 3 - Open question

Maak opdracht 12!
In je werkboek blz. 49
timer
6:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Zijn er andere belastingen of uitgaven aan de gemeente waar jij van weet?

Slide 7 - Open question

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je :

Welke inkomsten een gemeente heeft




Slide 8 - Slide

Inkomsten van de gemeente
De gemeente Den Haag krijgt ieder jaar:
  • Geld van het Rijk (wordt betaald van belastingen)
  • Onroerende zaak belasting
  • Gemeentelijke belastingen en afvalstoffenheffing (en rioolheffing)



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Onroerende zaak belasting
Onroerend = kan niet van zijn plaats
Zaak = een ding

Onroerende zaak is een huis

Roerende zaken zijn bijvoorbeeld: auto, fiets, laptop etc.

Slide 12 - Slide

Onroerende zaak belasting
Alleen als je een eigen woning bezit moet je OZB betalen.
De hoogte van de OZB moet je uitrekenen en hangt af van de waarde van jouw woning. 

Die waarde heet de WOZ-waarde (waarde onroerende zaak)

Iemand met een grote woning betaalt meer OZB dan iemand met een kleine woning.




Slide 13 - Slide

Onroerende zaakbelasting uitrekenen
Voorbeeld:
Peter heeft een eigen woning met een WOZ-waarde van €320.000 

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
WOZ waarde = 320.000
Tarief= 0,2624%

OZB = 320.000 : 100 x 0,2624 =839,68

%
100
1
0,2624
320000
3200
839,69

Slide 15 - Slide

Opdracht
  1. Bekijk op wozwaardeloket.nl hoeveel de waarde is van jouw adres.
  2. Bereken met onderstaande tabel hoeveel Onroerende zaak belasting (OZB) je zou moeten betalen als het huis van jou zou zijn.

Slide 16 - Slide

Andere inkomsten van de gemeente
  • Parkeergeld
  • Hondenbelasting
  • Rioolheffing
  • Afvalstoffenheffing
  • Leges )zoals paspoorten, bouwverginningen
  • Toeristenbelasting

Slide 17 - Slide

Noem 5 inkomsten van de gemeente

Slide 18 - Open question

Opdracht 
Wat: Maak opdracht 1 t/m 4 blz. 50
en opdracht 7, 9 e 10   blz 52
Hoe: in je werkboek (lees nog een keer de leertekst)
Hulp: Vragen stellen is toegestaan
Tijd: tot het eind van de les 
Resultaat: Niet af is vanmiddag afmaken

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Verdiepingsopdracht
  1. Wat is de hoofdgedachte van het filmpje?
  2. Welke moeilijke woorden heb je gehoord?
  3. Probeer via internet de betekenis er van te achterhalen.

Slide 21 - Slide