This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
WELKOM
3 Kader
Welkom
Slide 1 - Slide
Lesplanning
Planning komende lessen 10 min
Oefentoets maken (1.1 t/m 1.4) 15 min
Bespreken oefentoets 10 min
Zelfstandig lezen paragraaf 1.8 5 min
Uitleg paragraaf 1.8 Migratiefactoren 10 min
Maken paragraaf 1.8 20 min
Lesafsluiting
Slide 2 - Slide
Planning tot aan vakantie:
Vrijdag 22-09: Paragraaf 1.8
Woensdag 27-09: Paragraaf 1.9
Vrijdag 29-09: Start PO Cultuur
Woensdag 04-10: Werken aan PO Cultuur
Vrijdag 06-10: Werken aan PO Cultuur
Woensdag 11-10: Presenteren + Inleveren PO
Vrijdag 13:10: Vervalt i.v.m. CKV-dag
Slide 3 - Slide
Oefentoets
Wat? Maak de oefentoets Klaar? Lees + maak paragraaf 1.6
timer
15:00
Slide 4 - Slide
Zelfstandig lezen
Wat? Lees paragraaf 1.8 in STILTE door Klaar? Maak 1.8 helemaal
timer
5:00
Slide 5 - Slide
Wat gaan we leren?
Aan het eind van de les weet je:
Weet je wat cultuur is
Wat identiteit en integratie met elkaar te maken hebben
waardoor integratie van een bevolkingsgroep wordt bevorderd of verminderd.
Slide 6 - Slide
H1.8 Migratiefactoren
Slide 7 - Slide
Welke leeftijdsgroep is het grootst?
A
5-9 jaar
B
25-29 jaar
C
45-49 jaar
D
70-74 jaar
Slide 8 - Quiz
Waarom worden de mensen in rijke landen steeds ouder?
Slide 9 - Open question
Wat is geen reden voor het krijgen van veel kinderen in een ontwikkelingsland?
A
Meehelpen aan gezinsinkomen.
B
Geen toegang tot geboortebeperking.
C
Slechte medische voorzieningen.
D
Meer kans op een goede oude dag.
Slide 10 - Quiz
Kijk naar de bevolkingsgrafiek van India
Slide 11 - Slide
In welke demografische transitiefase bevindt India zich?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4-5
Slide 12 - Quiz
Met welk probleem zal India over ca. 20 jaar te maken hebben?
Slide 13 - Open question
Instructie H1.8 Migratiefactoren
Slide 14 - Slide
Leerdoelen
- Je weet welke invloeden immigratie en emigratie op de bevolking van een gebied hebben.
- je begrijpt waarom mensen naar een ander gebied migreren.
- je weet welke beperkingen er bij migratie zijn.
Iedereen leest par 8 in stilte!
timer
2:00
Slide 15 - Slide
Migratie
Migratie = het verhuizen naar een andere woonplaats
Emigratie = Inwoners van een bepaald gebied, verhuizen naar een andere woonplaats in een ander land.
Immigratie = Iemand komt een land binnen, om daar te gaan wonen.
In het onderstaande voorbeeld is de Marokkaan voor Marokko een emigrant en voor Nederland een immigrant.
Slide 16 - Slide
Reminder: Natuurlijke bevolkingsgroei =
A
De verandering van het aantal inwoners in een gebied door geboorte en sterfte
B
Verandering in het aantal mensen in een gebied door migratie
C
Een gebied waar de bevolkingsdichtheid steeds hoger wordt
D
Het aantal levendgeborenen per 1000 inwoners per jaar.
Slide 17 - Quiz
Sociale bevolkingsgroei en Migratiesaldo
Sociale bevolkingsgroei = Verandering in het aantal mensen in een gebied door migratie.
Migratiesaldo = het verschil tussen het aantal migranten dat zich vestigt in een gebied en het aantal dat vertrekt. (oftewel: aantal immigranten - aantal emigranten)
Slide 18 - Slide
Migreren is niet altijd makkelijk
Slide 19 - Mind map
1000 mensen emigreren van land A naar land B. 800 mensen immigreren in land A. Wat is het migratiesaldo van land A?
Slide 20 - Open question
Push is het Engelse woord voor... Pull is het Engelse woord voor...
A
Push = aantrekken
Pull = afstoten
B
Push = duwen/ afstoten
Pull = aantrekken
Slide 21 - Quiz
timer
0:30
Pushfactoren
Slide 22 - Mind map
timer
0:30
Pullfactoren
Slide 23 - Mind map
Pushfactoren = afstotingsfactoren
Geen werk
Oorlog
Hongersnood
Natuurramp
Onveilig vanwege keuze godsdienst of seksuele geaardheid.