USG Klas 2 H1.8 Migratiefactoren

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

H1.8 Migratiefactoren

diagnostische oefening

• Werk individueel en in stilte. Doe je boek en laptop dicht.
• Maak de volgende opdrachten:
• Teken in je schrift een demografisch transitiemodel met 4 fasen. Gebruik rood voor bevolkingsgroei, blauw voor sterfte, groen voor geboorte.
• Schrijf bij elke fase waarom geboorte, sterfte en de bevolkingsgroei verandert.
• Schrijf bij elke fase welke bevolkingsgrafiek erbij hoort. 
• In welke fasen is de demografische druk hoog?

Programma week 37

- Stukje herhaling par 3 en 4 -> lessonup

- Leerdoelen par 8

- Uitleg Migratiefactoren = par 8 -> lessonup

- Maken: opdrachten 3, 4, 6, 7, 8 -> in je schrift of online

Welke leeftijdsgroep is het grootst?

1. 5-9 jaar
2. 25-29 jaar
3. 45-49 jaar
4. 70-74 jaar

Waarom worden de mensen in rijke landen steeds ouder?

Wat is geen reden voor het krijgen van veel kinderen in een ontwikkelingsland?

1. Meehelpen aan gezinsinkomen.
2. Geen toegang tot geboortebeperking.
3. Slechte medische voorzieningen.
4. Meer kans op een goede oude dag.

Kijk naar de bevolkingsgrafiek van India

In welke demografische transitiefase bevindt India zich?

1. Fase 1
2. Fase 2
3. Fase 3
4. Fase 4-5

Met welk probleem zal India over ca. 20 jaar te maken hebben?

Instructie H1.8 Migratiefactoren

Leerdoelen

- Je weet welke invloeden immigratie en emigratie op de bevolking van een gebied hebben. 

- je begrijpt waarom mensen naar een ander gebied migreren.

- je weet welke beperkingen er bij migratie zijn. 

Iedereen leest par 8 in stilte!

• Je hebt de tekst gelezen 
• Je snapt de lesstof
• Je kunt de leerdoelen beantwoorden
• Je hebt geen vragen
• Je start met het huiswerk
• In stilte!
• Je doet af en toe mee met een vraag in lesson-up

• Je hebt de tekst gelezen
• Je twijfelt of je alles snapt
• Je kunt de leerdoelen nog niet beantwoorden
• Je luistert naar de uitleg
• Je maakt aantekeningen
• Vragen stellen na de uitleg
• Je start met huiswerk

OF

Migratie

1. Migratie = het verhuizen naar een andere woonplaats
2. Emigratie = Inwoners van een bepaald gebied, verhuizen naar een andere woonplaats in een ander land.
3. Immigratie = Iemand komt een land binnen, om daar te gaan wonen.  

In het onderstaande voorbeeld is de Marokkaan voor Marokko een emigrant en voor Nederland een immigrant. 

Reminder: Natuurlijke bevolkingsgroei =

1. De verandering van het aantal inwoners in een gebied door geboorte en sterfte
2. Verandering in het aantal mensen in een gebied door migratie
3. Een gebied waar de bevolkingsdichtheid steeds hoger wordt
4. Het aantal levendgeborenen per 1000 inwoners per jaar.

Sociale bevolkingsgroei en Migratiesaldo

Sociale bevolkingsgroei = Verandering in het aantal mensen in een gebied door migratie. 

Migratiesaldo = het verschil tussen het aantal migranten dat zich vestigt in een gebied en het aantal dat vertrekt. (oftewel: aantal immigranten - aantal emigranten)

Migreren is niet altijd makkelijk

1000 mensen emigreren van land A naar land B. 800 mensen immigreren in land A. Wat is het migratiesaldo van land A?

Push is het Engelse woord voor...
Pull is het Engelse woord voor...

1. Push = aantrekken Pull = afstoten
2. Push = duwen/ afstoten Pull = aantrekken

Pushfactoren

Pullfactoren

Pushfactoren  = afstotingsfactoren

• Geen werk
• Oorlog
• Hongersnood
• Natuurramp
• Onveilig vanwege keuze godsdienst of seksuele geaardheid. 
• Dictatuur
• Geen (leuke) familie/ vrienden

Pullfactoren = aantrekkingsfactoren

• Veel werk
• Veilig (geen oorlog)
• Voldoende voedsel
• Prettig klimaat
• Acceptatie 
• democratie
• Vrijheid
• (Leuke) Familie/ vrienden

Tussenliggende hindernissen/ barrières?

Barrières 

Huiswerk

Lz en sv H1, par 8

M (par 8) 3, 4, 6, 7, 8

L par 4 + 6 + begrippen par 8

AL KLAAR ? :

Extra Par. 7 lz en mk opdr 1 t/m 10 

Par. 10 lz en mk opdr 1 t/m 8

Documentaire De Muur: Ceuta

Bekijken dan samen bespreken.

0:30 - 14:25

18:30 - 23:00

25:25 -   (29:00 - 30:00 heftige beelden) 36:00

37:40 - 38:37