Havo4-module2,3

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

paragraaf 2,3

Wat hoeft niet: 

Het boek spreekt over dipoolmolecuul en dipoolmoment, dit is niet nodig om te bestuderen. 

focus vooral op (a)polaire atoombinding en waterstofbrug. 

paragraaf 2,3

De volgende begrippen zijn besproken in de les: elektronegativiteit; polaire atoombinding; apolaire atoombinding; ionbinding. 

Is dit nog niet helemaal duidelijk begin dan met het volgende filmpje. Zit dit goed kun je het eerste filmpje overslaan. beantwoord wel de vragen

Elektronegativiteit van een atoom kun je op zoeken in:

1. het periodiek systeem
2. binas tabel 67
3. dat kun je niet opzoeken, dat moet je uitrekenen
4. binas tabel 40a

Een binding is apolair als het verschil in elektronegativiteit

1. gelijk is aan 0
2. kleiner is dan 0.4
3. groter is dan 0.4 en kleiner dan 1.7
4. groter is dan 1.7

Welke binding is polair?

1. Tussen een metaal en een niet-metaal
2. Tussen 2 niet-metalen
3. Tussen 2 atoomsoorten met elektronegativiteit van 0,4 tot 1,7
4. Tussen 2 atoomsoorten met een verschil in elektronegativiteit 0,6-1,5

paragraaf 2,3

In het volgende filmpje wordt de waterstofbrug toegelicht. Dit is nieuw en moet je dus even bekijken. 

Vervolgens komen hier een aantal vragen over. 

succes

Geef aan voor hoeveel % je de filmpjes bekeken hebt

0100

Geef 5 woorden die belangrijk zijn voor paragraaf 2,3

Een waterstofbrug is een voorbeeld van:

1. Een covalente binding
2. Een ion interactie
3. polaire atoombinding
4. Een metaal binding

In welk plaatje is de waterstofbrug
op de juiste manier getekend?

1. A
2. A, B
3. A, B, C
4. B

Welke waterstofbrug
is goed getekend?

1. a
2. b
3. c
4. d

Welke waterstofbrug
is goed getekend?

1. a
2. b
3. c
4. geen enkele

Teken de waterstofbruggen tussen drie moleculen van het hiernaast gegeven ethaanamine.

Teken twee watermoleculen die door middel van twee
waterstofbruggen met een ureummolecuul zijn verbonden.
Teken daarbij de watermoleculen in structuurformule en
geef de waterstofbruggen weer met stippellijntjes.

Voorspel wat het hoogste kookpunt heeft: chloorethaan of ethanol, en geef aan waarom. Klik op het + teken voor de formules

Welke vraag heb je nog voor je docent?