What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz Design T-H
QUIZ DESIGN T-H
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
BV
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
QUIZ DESIGN T-H
Slide 1 - Slide
Grafische vormgeving.
Wat past er niet bij?
A
3 dimensionaal
B
gemaakt voor beeldscherm
C
gemaakt voor papier
D
letters en beeld
Slide 2 - Quiz
Sleep het juiste plaatje naar het juiste begrip:
Industriële vormgeving
Ambachtelijke vormgeving
Grafische vormgeving
Design
Slide 3 - Drag question
Sleep de plaatjes naar het juiste begrip:
Industriële Vormgeving
Ambachtelijke Vormgeving
Slide 4 - Drag question
Wat is grafische vormgeving?
A
vormgeving van gebruiksvoorwerpen die door vakmensen met de hand gemaakt worden
B
vormgeving van gebruiksvoorwerpen die in fabrieken worden geproduceerd
C
Vormgeving van drukwerk en andere producten waarin tekst en afbeeldingen een rol spelen, bijvoorbeeld websites
Slide 5 - Quiz
Wat is Industriële vormgeving?
A
Vormgeving van producten die in een atelier gemaakt worden
B
Vormgeving van producten die in fabrieken gemaakt worden.
C
Vormgeving van producten die met de hand gemaakt worden.
D
Vormgeving van producten die je haalt uit verre landen.
Slide 6 - Quiz
Wat is de doelgroep van Delfst blauw?
A
Verzamelaars van serviesgoed
B
Kunst verzamelaars
C
Toeristen
D
Design liefhebbers
Slide 7 - Quiz
Een doelgroep is:
A
Een groep mensen die dezelfde interesse hebben
B
Een groep mensen die samen iets ondernemen
C
Een groep mensen die samen uit eten gaan
D
Een groep mensen die jij wilt bereiken met je activiteit
Slide 8 - Quiz
Noem de 4 belangrijkste dingen bij het ontwerpen van een gebruiksvoorwerp:
A
Decoratie, afmetingen, ondergrond, aanzicht
B
Kleur, vorm, materiaal, praktische functie
C
verpakking, instructie, logo, doel
D
Doelgroep, prijs, presentatie, maat
Slide 9 - Quiz
Een ander woord voor decoratie is:
A
filmset
B
versiering
C
adoratie
D
tekening
Slide 10 - Quiz
Een Designer moet bij het ontwerpen rekening houden met de functie van het product. Een ander woord hiervoor is:
A
Deel/overeenkomst
B
Praktisch/indeling
C
Gedeelde verdiepingen
D
Doel
Slide 11 - Quiz
Noem de 4 belangrijkste dingen bij het ontwerpen van een gebruiksvoorwerp:
A
Decoratie, afmetingen, ondergrond, aanzicht
B
Kleur, vorm, materiaal, praktische functie
C
verpakking, instructie, logo, doel
D
Doelgroep, prijs, presentatie, maat
Slide 12 - Quiz
Ambachtelijke vormgeving kenmerkt zich door:
A
grote aantallen
B
met de hand gemaakt
C
betekenis vaak belangrijk
D
altijd een sieraad
Slide 13 - Quiz
Wat is massaproductie?
A
Productie van grote hoeveelheden met de hand.
B
Productie van grote hoeveelheden in een fabriek.
C
Bouwen van fabrieken met machines en bouwvakkers.
D
Productie van kleine hoeveelheden in een fabriek.
Slide 14 - Quiz
Autonome kunst
Toegepaste kunst
Slide 15 - Drag question
Autonome kunst
Toegepaste kunst
AUTONOME KUNST
TOEGEPASTE KUNST
Slide 16 - Drag question
Wat is een voorbeeld van toegepaste kunst?
A
B
C
D
Slide 17 - Quiz
Toegepaste kunst is kunst die
A
alleen maar mooi is
B
een gebruiksfunctie heeft
C
is alleen maar om naar te kijken
D
door iemand is gemaakt
Slide 18 - Quiz
Welk werk hoort bij welke kunstenaar?
Stang Gubbels
Andy Warhol
Keith Haring
Slide 19 - Drag question
Keith Haring is een:
A
Autonoom kunstenaar
B
Industrieel vormgever
C
Ambachtelijke vakman
D
Graffiti kunstenaar
Slide 20 - Quiz
Drukpers
Stempel
Sjabloon
Slide 21 - Drag question
Delftsblauw tegenwoordig vooral gemaakt voor toeristen. Kitsch of Design? Wat denk jij?
A
Kitsch
B
Design
Slide 22 - Quiz
Traditioneel Molentje
Modern Euromast
Kitsch
Kunst
Delfts blauw
Hugo Kaagman
Slide 23 - Drag question
Kitsch
Hugo Kaagman
De Stijl
Assemblage
Slide 24 - Drag question
Een manuscript is
A
een getypt document
B
een fotokopie
C
een met de handgeschreven tekst
Slide 25 - Quiz
Wat is een initiaal?
A
een chocolade letter
B
een kleine letter
C
een beginletter
D
een eindletter
Slide 26 - Quiz
High-tech is:
A
Vormgeving van gebruiksvoorwerpen waarbij de nadruk wordt gelegd op de technische kenmerken zoals de constructie
B
Vormgeving van gebruiksvoorwerpen waarbij de nadruk wordt gelegd op de ambachtelijke technieken zoals bij potten bakken
C
Vormgeving van gebruiksvoorwerpen waarbij de nadruk wordt gelegd op de functionaliteit voor de gebruiker
D
Vormgeving van gebruiksvoorwerpen waarbij de nadruk wordt gelegd op kleur en vorm en deze aansluit bij de doelgroep
Slide 27 - Quiz
Organische vormen
A
Golvende, natuurlijke vormen die doen denken aan dingen uit de natuur.
B
Vormen in de kunst die lijken op organen
C
Natuurlijke vormen die lijken op allerlei organismen.
D
Gevouwen figuren, ook wel: origami
Slide 28 - Quiz
Wat is een logo?
A
Een logisch antwoord
B
Een spel waarin het gaat om logica.
C
een watermerk
D
een beeldmerk
Slide 29 - Quiz
Dit bord heeft een motief op de rand
A
Een versiering wat zich herhaalt
B
All-over compositie
C
Een willekeurige versiering
D
Overlapping/afsnijding
Slide 30 - Quiz
More lessons like this
Quiz Design T-H
May 2022
- Lesson with
42 slides
BV
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Quiz Design KT
September 2024
- Lesson with
31 slides
BV
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Vormgeving
October 2016
- Lesson with
31 slides
Beeldende vorming
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
bb hoofdstuk 9
February 2023
- Lesson with
13 slides
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Op grote voet
May 2023
- Lesson with
22 slides
Tekenen
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Beeldende Begrippen, H2, verschijningsvormen
June 2023
- Lesson with
40 slides
Tekenen
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Beroepsoriëntatie Design
October 2022
- Lesson with
32 slides
Tekenen
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Quiz Design B-K
February 2022
- Lesson with
21 slides
BV
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2