Beeldende Begrippen, H2, verschijningsvormen
1 / 40
Lesson duration is: 20 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is 3 dimensionaal?
A
een schilderij
B
zeefdruk
C
een ets
D
een beeld
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Slide
welke soorten van toegepaste kunst kun je noemen?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
waar moeten ontwerpers van gebruiksvoorwerpen rekening mee houden?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
ambachtelijke vormgeving
industriële vormgeving
Design
Slide 13 - Drag question
Welk soort design?
A
Industrieel
B
Grafisch
C
Ambachtelijk
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Welke omschrijving past bij welke begrip
Schets
Moment
Impressie
Expressie
Een fractie van een seconde later zou het beeld er heel anders uitgezien hebben.
een weergave van een moment of een stemming.
niet tot in details uitgewerkt
De weergave van de werkelijkheid zoals deze er echt uitziet is niet belangrijk.
Slide 22 - Drag question
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Welke techniek zie je hier?
A
Linosnede
B
Zeefdruk
Slide 29 - Quiz
Welke techniek zie je hiernaast?
A
Litho
B
Stempel
C
Zeefdruk
D
Houtdruk
Slide 30 - Quiz
Welke techniek zie je hiernaast?
A
Ets
B
Zeefdruk
C
Litho
D
Stempel
Slide 31 - Quiz
Welke techniek zie je hiernaast?
A
Ets
B
Zeefdruk
C
Stempel
D
Houtdruk
Slide 32 - Quiz
Welke techniek zie je hiernaast?
A
Ets
B
Litho
C
Zeefdruk
D
Houtdruk
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Wat is het effect van een sokkel?
