WEBB 3.6 t/m 3.12

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023

Slide 1 - Slide

Programma
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je
  1. De factoren noemen die de vraag naar producten beïnvloeden. (3.7)
  2. De factoren noemen die het aanbod van producten beïnvloeden (3.11 & 3.12)
  3. Uitleggen welke factoren invloed hebben op de verandering van de vraaglijn. 
  4. Uitleggen welke factoren invloed hebben op de verandering van de aanbodlijn. 
  5. Uitleggen dat consumenten een maximaal verschil nastreven tussen de te betalen prijs en de betalingsbereidheid --> en dit grafisch onderbouwen. (3.6)
  6. Uitleggen dat consumenten naar een zo groot mogelijk consumentensurplus streven. (3.6)
  7. De vraaglijn tekenen uit een vraagfunctie. (3.5)
  8. De aanbodlijn tekenen uit een aanbodfunctie (3.10)

Slide 3 - Slide

Een vraaglijn tekenen
(Leerdoel 7)
  • Gegeven is de volgende vraagfunctie:
  • Qv = -15P + 600
  • Qv => x 100.000
  • P = in euro's
  • Negatief verband -> als P stijgt, daalt Qv
  • Eerst uiterste punten berekenen:
p= 0
q = 0


Slide 4 - Slide

Consumentensurplus
Het consumentensurplus is het verschil tussen de betalingsbereidheid en de marktprijs. LxBx0,5

Slide 5 - Slide

Factoren die een rol kunnen spelen bij de vraag
  • Prijs
  • Stand van de economie
  • Inkomen
  • Behoefte
  • Bevolkingsomvang
  • Prijzen van substitutie goederen. 
  • Prijzen van complementaire goederen goederen. 

Slide 6 - Slide

Voorbeelden van complementaire goederen zijn ...
A
een bromfiets en de brandstof voor die bromfiets
B
vakantiereis naar Bonaire en een vakantiereis naar Torremolinos
C
een koophuis en een hypotheek
D
een pakje kauwgom en een zakje drop

Slide 7 - Quiz

Voorbeelden van complementaire goederen zijn ... (leerdoel 1)
A
een bromfiets en de brandstof voor die bromfiets
B
vakantiereis naar Bonaire en een vakantiereis naar Torremolinos
C
een koophuis en een hypotheek
D
een pakje kauwgom en een zakje drop

Slide 8 - Quiz

Leg uit wat substitutie goederen zijn en geef daarnaast een voorbeeld. (leerdoel 1)

Slide 9 - Open question

Verschuiving langs de vraaglijn
  • ls de prijs van een product verandert, verandert de vraaglijn niet. 
  • Bij een andere prijs, hoort een andere hoeveelheid.

Slide 10 - Slide

Verschuiving van de vraaglijn (LD 3)
Er treedt een verschuiving van de vraaglijn op bij:
  • Verandering inkomen van de vragers
  • Verandering behoeften van vragers 
  • Verandering prijs van andere producten
  • Verandering  in het aantal vragers
  • Verandering in wettelijke bepalingen

Slide 11 - Slide

Verschuiving ‘van’ de vraaglijn


- gevraagde hoeveelheid van product/dienst verandert, de vraaglijn verschuift

Vraag toename -> verschuiving naar rechts
Vraag afname -> verschuiving naar links 

Slide 12 - Slide

Producentensurplus
Verschil tussen de prijs en de leveringsbereidheid. 

Vanaf welke prijs wil de producent zijn product aanbieden?

Slide 13 - Slide

consumentensurplus
en producentensurplus samen

Slide 14 - Slide

Verschuiving langs de aanbodlijn
Als de prijs van het product verandert, dan verandert de aanbodlijn niet.
Je krijgt een ander punt op de lijn. 

Slide 15 - Slide

Verschuiving van de aanbodlijn (LD 4)
  • Verandering in aantal aanbieders. 
  • Kosten van de productie
  • Ingrijpen van de overheid (bijvoorbeeld heffing).
  • Innovatie

Slide 16 - Slide

Een vraaglijn kan naar rechts verschuiven. Noem 2 verklaringen waarom. (LD 3)

Slide 17 - Open question

Welke kleur heeft het producentensurplus?
A
Groen
B
Blauw
C
Geel + Blauw
D
Geel

Slide 18 - Quiz

Wat kan een reden zijn voor deze verschuiving van de aanbodlijn? (LD 4)
A
Afname aantal aanbieders
B
Stijging van prijs concurrerende producten
C
Daling variabele kosten per product
D
Afname productiviteit

Slide 19 - Quiz

Verschuiven van de aanbodlijn kan niet gebeuren door .... (LD 4)
A
Innovaties
B
Dezelfde voorkeuren
C
De overheid
D
Toename van vragers

Slide 20 - Quiz

Aan de slag
Maken 3.6 t/m 3.12

Klaar? Nakijken

Slide 21 - Slide