Samentrekking en foutieve samentrekking 2324

Samentrekking controleren
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Samentrekking controleren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Samentrekking
Samentrekking = weglaten van woord of woordgroepen die herhaald worden

Hiermee voorkom je overbodige herhalingen in zinnen. 

Een juiste samentrekking kan alleen voorkomen bij nevenschikking . 
Bijv. Ze ging naar de stad en kocht twee paar nieuwe schoenen.
                        hz                                                         hz
en= nevenschikkend voegwoord (verbinden van twee hoofdzinnen/ en, (of), maar, want, dus)



Slide 3 - Slide

Niveau van samentrekking
Woordniveau: als in twee woorden iets wordt herhaald
IJshoorntjes en ijsblokjes: IJshoorntjes en -blokjes

Woordgroepniveau: Als in twee woordgroepjes iets wordt herhaald
Werkloze mannen en werkloze vrouwen: Werkloze mannen en vrouwen

Zinsniveau: een herhaald zinsdeel wordt weggelaten 
Emma is ziek en Emma blijft thuis: Emma is ziek en blijft thuis. (Emma= ow) 

Slide 4 - Slide

Op welk niveau?
Ik houd van dropauto's en -sleutels.
A
woordniveau
B
woordgroepniveau
C
zinsniveau

Slide 5 - Quiz

Op welke niveau?
Eline kocht een nieuwe fiets en heeft deze gelijk geverfd.
A
woordniveau
B
woordgroepniveau
C
zinsniveau

Slide 6 - Quiz

Alleen mensen met nieuwe schoenen en kleren kregen een paraplu.
A
woordniveau
B
woordgroepniveau
C
zinsniveau

Slide 7 - Quiz

Samentrekken gaat vaak fout
Wat is er mis met de volgende zinnen? 
  • De saxofonist stond op het podium en werd een bos bloemen overhandigd.
  • Hier wordt vaak ingebroken en diverse auto's vernield
  • De burgemeester gaf de voorzitter een hand en het kind een glas water.

Slide 8 - Slide

Drie voorwaarden
Om iets weg te laten moet je eerst aan drie voorwaarden voldoen:

De woorden hebben:
1. dezelfde functie (onderwerp, lv, koppelww, enz.)
2. dezelfde betekenis
3. hetzelfde getal (enkelvoud of meervoud)

Slide 9 - Slide

Stappenplan 
  1. Kijk wat er is weggelaten in het tweede deel van de zin.
  2. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van het eerste deel.
  3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van het tweede deel. 
  4. Alles hetzelfde? Goede samentrekking. 
  5. Niet? Voeg de ten onrechte weggelaten delen toe.

Slide 10 - Slide

Is de volgende zin goed samengetrokken?
Emma liep naar de winkel en kocht een boek.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Is de zin goed samengetrokken?
De militair was gewond en (-) daarom in het veldhospitaal opgenomen.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Verbeter de zin:
De militair was gewond en (-) daarom in het veldhospitaal opgenomen.

Slide 13 - Open question

Doen
De saxofonist stond op het podium en werd een bos bloemen overhandigd.

Slide 14 - Slide

De saxofonist stond op het podium en werd een bos bloemen overhandigd.
1. de saxofonist
2. grammaticale functie= ow/ getal= enkelvoud/ betekenis= iemand die op een saxofoon kan spelen
3. grammaticale functie= mwv/ getal= enkelvoud/ betekenis= iemand die op een saxofoon kan spelen
4. X
5. De saxofonist stond op het podium en haar (de saxofonist) werd een bos bloemen overhandigd.

Slide 15 - Slide

Doen
Hier wordt vaak ingebroken en diverse auto's vernield.

Slide 16 - Slide

Hier wordt vaak ingebroken en diverse auto's vernield.
1. wordt
2. grammaticale functie= hww/ getal= enkelvoud/ betekenis= bezig
3. grammaticale functie= hww/ getal= meervoud/ betekenis= bezig
4.X
5. Hier wordt vaak ingebroken en er worden diverse auto's vernield.

Slide 17 - Slide

Doen
De burgemeester gaf de voorzitter een hand en het kind een glas water.

Slide 18 - Slide

De burgemeester gaf de voorzitter een hand en het kind een glas water.
1. de burgemeester / gaf
2. burgemeester =>grammaticale functie= ow / getal= enkelvoud/ betekenis= iemand die wettelijk aan het hoofd staat van het bestuur van een gemeente///gaf=> grammaticale functie= hww / getal= enkelvoud/ betekenis= gaf een hand-niet letterlijk -je geeft je hand niet aan een ander-vaste uitdrukking
3. burgemeester=> burgemeester =>grammaticale functie= ow / getal= enkelvoud/ betekenis= iemand die wettelijk aan het hoofd staat van het bestuur van een gemeente/// gaf=> grammaticale functie= hww/ getal= enkelvoud / betekenis= gaf een glas water- letterlijk- je geeft het glas water aan een ander
4.de burgemeester = goed
5. gaf= fout -> De burgemeester gaf de voorzitter een hand en gaf het kind een glas water.

Slide 19 - Slide