B2 genenparen en kruisingen Havo 3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 3

Chromosomen

Thema 5, basisstof 2

Planning

Herhaling BS 1

BS 2

Zelfstandig werken

korte video 

Afsluiting

Leg uit wat de volgende begrippen betekenen.
Genotype en Fenotype.

23 chromosomen

2 3 chromosomen

46 chromosomen

46 chromosomen

Wat is het geslachtschromosoom in een eicel?

1. X
2. Y

Wat is het geslachtschromosoom in een zaadcel?

1. Y
2. X
3. X of een Y
4. XX

Als je geslachtschromosomen XX zijn, ben je een ....

1. Vrouw
2. Man

H5 BS 2 - Chromosomen

46 chromosomen

Deze liggen in 23 paren

(dezelfde genen liggen in paren)

waarom heeft de een bruine en de ander blauwe ogen?

varianten van een gen

Homozygoot of Heterozygoot

Homo betekent 'gelijk'

Hetero betekent 'verschillend'

Als iemand heterozygoot is voor oogkleur. dus een gen voor bruine en een gen voor blauwe ogen heeft. welk fenotype zal deze persoon dan hebben?

1. Blauwe ogen
2. Bruine ogen
3. Een mix van bruin en blauw
4. een totaal andere kleur

hoe kan dat?

Het gen voor bruine ogen is 'dominant'

→ Een dominant gen komt.

      altijd tot uiting. 

Het gen voor blauwe ogen is 'recessief'

→ Een recessief gen komt alleen.

      tot uiting als het dominante gen

      niet aanwezig is. 

Mitose, meiose

Gewone celdeling = mitose

Celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan = meiose

Meiose 

Meiose 

Mitose 

Bij de meiose worden

1. eicellen gemaakt
2. eicellen en zaadcellen gemaakt
3. lichaamscellen gemaakt
4. spiercellen gemaakt

Sleep het aantal chromosomen naar de juiste cellen (rode vakje)

46 chromosomen

46 chromosomen

46 chromosomen

  23 chromosomen

23 chromosomen

Zelfstandig werken

Thema 5: Erfelijkheid

Basisstof 2, maken opdr. 1 t/m 8

Klaar? --> Nakijken BS 1, opdr. 1 t/m 8

              --> Oefenen biologiepagina.nl

Afsluiting

Huiswerk voor de volgende les:

Thema 5: Erfelijkheid

Basisstof 2, maken opdr. 1 t/m 8