Les 2 Inspanningsfysiologie (H5.4-5.6)

Inspanningsfysiologie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FitnesstrainerMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Inspanningsfysiologie

Slide 1 - Slide

Weten we het nog?
Wat verstaan we onder inspanningsfysiologie?
Benoem enkele soorten weefsels en hun belangrijkste functie?
Hoe is de spier opgebouwd van klein naar groot?
Wat is een motorunit?
Welke spiervezeltypes onderscheiden we en wat zijn de verschillen?
Welke sporters hebben baat bij spiervezeltype 2?
Wat is een mitochondrie?

Slide 2 - Slide

Doel
Aan het eind van de les heb je kennis 
  • van de drie energiesystemen en hoe dit terugkomt in training
  • kennis van de invloed van training op het lichaam.
  • kennis van de twee soorten spierpijn en spiervermoeidheid.
  • Ben je in staat de kennis toe te passen om de trainingen voor de klant te individualiseren en om trainingsresultaten te behalen.     

Slide 3 - Slide

Energievoorziening van de spier
Om te kunnen contraheren maakt de spier gebruik van energie die vrijkomt bij de splitsing van fosfaatverbindingen

Slide 4 - Slide

Brandstof voor de spier
Om de lege accu (ADP) weer op te laden naar een volle accu (ATP) worden de volgende voedingsstoffen gebruikt:

  • Koolhydraten: suikers en zetmeel uit brood, aardappelen en pasta's;
  • Vetten: in de vorm van plantaardige vetten ( noten, slaolie, margarine ) en dierlijk vetten;
  • Eiwitten: bijvoorbeeld in vlees. Eiwitten worden in uitzonderlijke situaties gebruikt als brandstof (is in principe een bouwstof)

Slide 5 - Slide

Energiesystemen
Afhankelijk van de beschikbare intensiteit, tijd en zuurstof dragen verschillende systemen in verschillende mate bij aan het weer opladen van de lege accu (van ADP naar ATP):
  1. Het fosfaatsysteem
  2. Het melkzuursysteem
  3. Het zuurstofsysteem 

Slide 6 - Slide

Voorraadtanks ATP resynthese

Slide 7 - Slide

Voorraad tanks

Slide 8 - Slide

Fosfaatsysteem


CP + ADP >>>                 

Creatinefosfaat ligt in je spieren (en lever) opgeslagen en is zeer snel te gebruiken voor ATP-resynthese

Creatine Phosphate: creatine fosfaat (ook wel cp-systeem)
MAXIMALE INSPANNING TOT 20 SECONDEN
Creatine + ATP

Slide 9 - Slide






  • Inspanningen van 0 - 20 seconden (maximale inspanning)
  • Zeer groot vermogen
  • Capaciteit klein
  • Herstel is vrij snel (90 sec)

Wat zijn de kenmerken: 
CP Systeem

Slide 10 - Slide

Fosfaat systeem

Slide 11 - Slide

Melkzuursysteem


Glucose >>>                                           

Groot nadeel : melkzuurproductie! PIJN!


Glucose zonder O2
NA 20 SECONDEN OPTIMAAL, NA 1 MINUUT VERVAL VERMOGEN
2ATP + melkzuur

Slide 12 - Slide






  • Inspanningen van 20 - 120 seconden (maximale inspanning)
  • Groot vermogen
  • Capaciteit beperkt
  • Vorming van melkzuur

Melkzuur systeem
Wat zijn de kenmerken: 

Slide 13 - Slide

Melkzuursysteem

Slide 14 - Slide

Zuurstofsysteem


Glycose/vet + O2  >>                                                 



Glycogeen / vetzuren met O2
NA 2 MINUTEN OPTIMAAL. VANAF 45 MINUTEN OPTIMALE VETVERBRANDING
ATP + H20 + CO2

Slide 15 - Slide

Zuurstofsysteem




Zuurstof systeem op suiker
Zuurstof systeem op vet

Slide 16 - Slide






  • Inspanningen van 120  seconden (matige inspanning)
  • klein vermogen
  • Capaciteit zeer groot
  • 2 verbrandingsproducten : koolhydraten en vetten

Zuurstof systeem
Wat zijn de kenmerken: 

Slide 17 - Slide

Zuurstofsysteem

Slide 18 - Slide

De invloed van training
In geval van training gaat het om het bereiken van een gesteld doel!


  • het vergroten van kracht
  • het vergroten van het uithoudingsvermogen
  • het vergroten van het spieruithoudingsvermogen

Slide 19 - Slide

Effecten van krachttraining
  • verbeterde intramusculaire coördinatie;
  • verbeterde intermusculaire coördinatie;
  • toename van spiervezelvolume (hypertrofie);
  • toename van sterkte van de ligamenten (banden en gewrichten)
  • toename van sterkte van de pees
  • toename van sterkte van het bot
  • toename van concentratie ATP, CP en glycogeen

Slide 20 - Slide

Effecten van duurtraining
  • normalisering van de bloeddruk;
  • verbeterde opname van suiker in de cellen;
  • verbetering aërobe capaciteit;
  • toename (goede) HDL cholesterol;
  •  afname totale cholesterol;
  • verbetering hartfunctie;
  • afname lichaamsvet;
  • afname stress.

Slide 21 - Slide

Spierpijn
Immediate soreness (vroege spierpijn)
  • tijdens of direct na de belasting
  • prikkeling zenuwuiteinden door melkzuur

Delayed Onset Muscle Soreness (DOMS) (verlate spierpijn)
  • na 24 - 48 uur
  • pijn, zwelling, rood, minder belastbaar
  • haarscheurtjes in het bindweefsel van de spier en het spiercelmembraan
  • met name door excentrische contracties.

Slide 22 - Slide

Spiervermoeidheid & hersteltijd
Overschot/tekort aan stoffen (melkzuur/glycogeen) zorgt voor spiervermoeidheid.


De fosfaten:
ATP
70 % herstel na 30 sec.
100% na herstel na 3 tot 5 min.

CP
84% binnen 2 min.
97% na 8 min.
Spierglycogeenvoorraad: 
1. na langdurige aerobe training: in combinatie met koolhydraatrijke voeding:
60% in 10 uur
volledige resynthese in 2 dagen

2. na intensieve intervaltraining:
na 2 uur resynthese van 39%, na 5 uur 53%
na 24 uur volledig herstel

3. Melkzuur verwijdering:
50% in 25 minuten rustherstel
95% in 75 minuten



Slide 23 - Slide

Doel behaald?
Wat is dé energiebron van het lichaam, de volle accu?
Hoe noemen we de lege accu?
Welke energiesystemen heeft het lichaam?
Wat is lactaat en wanneer wordt dit gevormd?
Wat is aerobe en anaerobe?
Wat is lactisch en alactisch?
Welke vormen van spierpijn zijn er?
Noem 5 effecten van duurtraining
Noem 5 effecten van krachttraining

Slide 24 - Slide

En nu?
Aan de slag met de oefentoets H5!

Slide 25 - Slide