This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Toets Wiskunde Procenten
Slide 1 - Slide
Lees eerst goed de instructie
Lees de vraag goed en denk eerst na.
Je mag je rekenmachine gebruiken en een kladblaadje.
Als er BEREKEN bij staat, type je ook de berekening erbij.
Let op dat je de maten achter je antwoord zet en goed afronden!
Als je klaar bent klik je op LEVER IN.
Slide 2 - Slide
Wat betekende "vereenvoudigen van een breuk" ook alweer?
Slide 3 - Open question
Kan je breuken met een gelijke noemer met elkaar optellen?
Slide 4 - Open question
Tip: maar eerst de breuken gelijknamig!
Slide 5 - Open question
Je kunt 10% van 900 berekenen door 900 te delen door .........
Slide 6 - Open question
Je kunt 20% van 60 berekenen door 60 te delen door .........
Slide 7 - Open question
Welke breuk hoort bij de percentage 30% Vereenvoudig!
Slide 8 - Open question
Welke breuk hoort bij de percentage 12,5%
Slide 9 - Open question
Welke breuk hoort bij de korting?
Slide 10 - Open question
Hoe rond je procenten af?
A
geheel getal
B
1 decimaal
C
2 decimalen
D
geen van allen
Slide 11 - Quiz
In een klas zijn 18 van de 25 leerlingen jongens. Hoeveel procent is dat? Los op met een verhoudingstabel.
Slide 12 - Open question
In 1HVa zitten 22 leerlingen. In de klas zitten 9 meiden. Hoeveel procent is jongen in 1HVa? Bereken met een verhoudingstabel en rond af op geheel getal.
Slide 13 - Open question
Op een broek van €34,99 krijg je een korting van 15%. Bereken de nieuwe prijs. TYPE OOK JE BEREKENING
Slide 14 - Open question
Een TV van €500 wordt 15% duurder. Wat is de nieuwe prijs? TYPE OOK JE BEREKENING!
Slide 15 - Open question
Een broodje bij de Lidl wordt 25% duurder. Het broodjes was € 0,20. Wat is de nieuwe prijs?(berekening)