Leesvaardigheid les 7

Leesvaardigheid les 7
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

Leesvaardigheid les 7

Slide 1 - Slide

Begintaak (in stilte!)
Pak je schrift en noteer het antwoord(en) en ga daarna lezen in je leesboek!
1. Met welk personage uit jouw boek zou jij bevriend willen zijn en waarom? 
2. Welk personage zou jij absoluut vermijden en waarom? 
3. Wat is er realistisch in jouw boek en Wat is er onrealistisch in jouw boek?
5. Zoek een spannend moment in jouw boek. Hoe heeft de schrijver voor spanning gezorgd?
NIEUWE VRAAG
6. Noteer een mooie zin uit het boek. Waarom is die zin zo mooi?

Slide 2 - Slide

Klasafspraken
- Kom rustig de klas binnen (geen telefoon, geen jas, niet eten).
- Ga zitten, leg je spullen op tafel en zet je tas op de grond. 
- Als je iets wil vragen steek je je hand op. 
- Niet zomaar reageren op elkaar of door de klas roepen.
- Luisteren naar de docent: niet kletsen of onderonsjes tussendoor.


Slide 3 - Slide

Lesdoelen
- Je oefent je leesvaardigheid
- Je houdt je aan de klasafspraken.

Slide 4 - Slide

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Lezen in je leesboek (15 min)
- Terugblik en huiswerk (10 min)
- Zelfstandig werken (30 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 5 - Slide

Terugblik
Informatieve tekst
Feit of mening
Tekstverbanden: opsommend, tijdsvolgorde en tegenstellend

Slide 6 - Slide

Feit (hand omhoog) of mening?
Het is mooi weer vandaag!


Slide 7 - Slide

Feit (hand omhoog) of mening?
Vandaag is het dinsdag. 

Slide 8 - Slide

Feit (hand omhoog) of mening?
Deze begrijpend lezen les is nu al leuk.

Slide 9 - Slide

Bij welk tekstverband hoor het signaalwoord 'bovendien'?
1. Tijdsvolgorde (twee vingers omhoog)
2. Opsommend (drie vingers omhoog)
3. Tegenstellend (vier vingers omhoog)

Slide 10 - Slide

Bij welk tekstverband hoor het signaalwoord 'maar'?
1. Tijdsvolgorde (twee vingers omhoog)
2. Opsommend (drie vingers omhoog)
3. Tegenstellend (vier vingers omhoog)

Slide 11 - Slide

Welk tekstverband?
Eerst ga ik naar Spanje op vakantie.

1. Opsommend (twee vingers omhoog)
2. Tijdsvolgorde(drie vingers omhoog)
3. Tegenstellend (vier vingers omhoog)

Slide 12 - Slide

Welk tekstverband?
Roos en Jan willen weer naar school; Bas daarentegen heeft daar geen zin in.

1. Tijdsvolgorde (twee vingers omhoog)
2. Opsommend (drie vingers omhoog)
3. Tegenstellend (vier vingers omhoog)

Slide 13 - Slide

Welk tekstverband?
Vroeger hield hij van pasta, tegenwoordig houdt hij meer van pizza.

1. Tijdsvolgorde (twee vingers omhoog)
2. Opsommend (drie vingers omhoog)
3. Tegenstellend (vier vingers omhoog)

Slide 14 - Slide

Huiswerk
 Lezen 2.3 opdracht 8, 9, 10 en 11.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Pak je Plenda en noteer het huiswerk voor volgende week maandag 1e uur:

Huiswerk: Talent Lezen 2.3 opdracht 13, 14, 15, 16 en 17 (blz. 86-89.

GA DAARNA IN STILTE AAN HET WERK! Markeer tijdens het lezen de signaalwoorden die je tegenkomt.

Slide 20 - Slide

Afsluiting
- Klasafspraken
- Lesdoelen

Slide 21 - Slide