3M - L11 P1 - MO uitleg

   Deutsch!    

3m
Les 11 P1
Gutentag!
1 / 33
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

   Deutsch!    

3m
Les 11 P1
Gutentag!

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je kunt in het Duits een gesprekje voeren in een (semi)formele situatie.

Slide 2 - Slide

Januar
OEFEN MO IN SPEAKTEACH
am 31. Januar
Mündliche Prüfung

4 Situationen vorbereiten

Woordenschat, uitspraak, improvisatie, vloeiendheid, grammatica

Slide 3 - Slide

uitspraak

Slide 4 - Slide

Hoe spreek je Getränke uit?
A
getranke
B
getrenke
C
chetranke
D
chetrenke

Slide 5 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit:
'geträumt'?
A
[getraumt]
B
[getreumt]
C
[getroimt]
D
[getrumt]

Slide 6 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'schön'?
A
[schoon]
B
[scheun]
C
[scheun]
D
[sjeun]

Slide 7 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'Schnäppchen'?
A
[schnapchen]
B
[sjnapsjen]
C
[schnapsjen]
D
[sjnepchen]

Slide 8 - Quiz

Hoe spreek je Enttäuscht uit?
A
enttaust
B
entthoisjt
C
entthausjt
D
enttausjt

Slide 9 - Quiz

Hoe spreek je ärgerlich uit?
A
archerlich
B
argerlich
C
ercherlich
D
ergerlich

Slide 10 - Quiz

a - kort   →   Katze
a - lang  →  Bahn

o - kort   →  Bonn
o - lang →  Boot

u  - kort  →  kurz
u  -  lang   →  Huhn

e  - kort   →   denn
e  - lang   →   drehen


ä  - kort  → Märchen
ä   - lang   → Käse

ö  -  kort  → völlig
ö  - lang → hören

ü - kort  → Hülle
ü  -  lang  →  Tüte

i  - kort  → ich
i(e)  - lang  → liebe

Slide 11 - Slide

y  →  Typ
maar niet in leenwoorden!
(Hobby / Baby)

ei → reisen

au  →  Haus
aü  → Häuser

eu → Heute




G-klanken
begin van het woord? Goodbye
Ach-Laute
Ich-Laute

Z → Zaun

s  → sie
sp  → spielen
sch  → Schiff

Slide 12 - Slide

Tips
- luister / check hoe iets wordt uitgesproken
- maak de lange klinkers ook echt lang
- na een K / P / T een extra H uitspreken
- vermijd Engels!

Slide 13 - Slide

Herzlich Willkommen!
Gut zu wissen: Du oder Sie?
Du?
Sie?


du of  Sie ???

Duitsland is formeler

Bedrijfsleven is hierarchisch

Slide 14 - Slide

Alstublieft

Slide 15 - Open question

Dankuwel

Slide 16 - Open question

Tot ziens

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Wilt u een kopje koffie of thee?
... Sie eine Tasse Kaffee oder Tee?
A
Möchte
B
Möchten
C
Möchtet
D
Möchtest

Slide 19 - Quiz

Darf ich Sie etwas fragen?

Slide 20 - Open question

Ik zou graag naar het Toilet willen.
Ich ... gerne mal die Tiolette besuchen.
A
Möchte
B
Möchten
C
Möchtet
D
Möchtest

Slide 21 - Quiz

U kunt hier uw jas ophangen.
(hier - Mantel ablegen)
formuleer een nette zin

Slide 22 - Open question

Rol B
looproute uitleggen

Slide 23 - Slide

rechtdoor

Slide 24 - Open question

naar links

Slide 25 - Open question

naar rechts

Slide 26 - Open question

de trap op gaan

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Leerdoel
Je kunt in het Duits een gesprekje voeren in een (semi)formele situatie.

Slide 32 - Slide

Januar
OEFEN MO IN SPEAKTEACH
am 31. Januar
Mündliche Prüfung

4 Situationen vorbereiten

Woordenschat, uitspraak, improvisatie, vloeiendheid, grammatica

Slide 33 - Slide