This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2.4 of 2.5 Chemische hoeveelheid
Slide 1 - Slide
Deze les
Uitleg mol en avogadro
Lezen 2.5
Opdrachten blz 67 en
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je leert wat in de scheikunde wordt bedoeld met mol
Je leert rekenen met massa, mol en aantal moleculen
Slide 3 - Slide
Atomaire massa eenheid
Molecuulmassa gegeven in u (unit)
1 u = 1,66*10-27 kg (Binas 7A)
Hiermee kun je uitrekenen hoeveel moleculen aanwezig zijn in een bepaalde massa.
Moleculen zijn zo licht, dat je bij een experiment enorm veel moleculen gebruikt.
Dit rekent niet handig, daarom is de chemische hoeveelheid,mol bedacht.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Begrippen van hoeveelheid
Dozijn
Gros
Duo
Een dozijn eiereren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een vaste hoeveelheid.
Slide 6 - Slide
Begrippen van hoeveelheid
De mol is ook zo'n vaste hoeveelheid.
1 mol = 6,02*1023 (moleculen)
= Constante van Avogadro (NA), zieBinas 7A
Dus 1 mol water bestaat uit evenveel moleculen als 1 mol goud!
Slide 7 - Slide
Rekenen van mol naar moleculen
NA = constante van Avogadro in mol-1 (Binas 7A)
Slide 8 - Slide
Voorbeeld 1
Bereken hoeveel moleculen aanwezig zijn in 3,0 mol goud.
Antwoord
3,0 mol * 6,02*1023 = 18*1023 moleculen
Denk aan de significantie!
Slide 9 - Slide
Voorbeeld 2
Bereken hoeveel mol overeenkomt met 4,5*1024 moleculen.
Antwoord
4,5*1024 / 6,02*1023 = 7,5 mol
Slide 10 - Slide
Hoeveel moleculen zijn aanwezig in 2,00 mol zwaveldioxide?
A
12,04*10^24
B
1,20*10^24
C
3,32*10^-24
D
3,3*10^-24
Slide 11 - Quiz
Moleculen of mol afwegen?!
Elk atoom heeft een eigen massa = atoommassa
Elk molecuul heeft dus ook een eigen massa = molecuulmassa
Molecuulmassa reken je uit door atoommassa's bij elkaar op te tellen.
Slide 12 - Slide
Massa afwegen in u?!
De molecuulmassa druk je uit in u (1 u = 1,66*10-27 kg)
Niet echt handig rekenen...
Dus gebruiken we de mol!
Maar hoe dan?!
Slide 13 - Slide
Molaire massa
De molecuulmassa druk je uit in u (1 u = 1,66*10-27 kg)
De molaire massa (M) druk je uit in gram per mol (g mol-1)
Molecuulmassa en molaire massa zijn gelijk, maar met een andere eenheid. (Dankzij Avogadro)
Molecuulmassa H2O = 18,016 u
Molaire massa H2O = 18,016 g mol-1 (Zie ook Binas 98)
Slide 14 - Slide
Blokschema chemisch rekenen
In het blokschema kun je de formules afleiden om van de ene grootheid naar de andere grootheid te rekenen. Leer dit blokschema/formules uit je hoofd! (Havo boek: Blz. 61)
Het symbool voor de molaire massa is officieel alleen de hoofdletter M.
Slide 15 - Slide
Voorbeeld 3
Bereken hoeveel mol overeenkomt met 25 gram water.
Antwoord
Molaire massa H2O = 18,015 g/mol
n = m / M
n = 25 g / 18,015 g/mol = 1,4 mol
Slide 16 - Slide
Voorbeeld 4
Bereken hoeveel gram overeenkomt met 0,32 mol stikstof.
Antwoord
Molaire massa N2 = 14,01*2=28,02 g/mol
m = n * M
n = 0,32 mol * 28,02 g/mol = 9,0 g
Slide 17 - Slide
Hoeveel mol komt overeen met 120 gram ijzer?
A
7,22*10^25
B
2,00*10^-22
C
2,15 mol
D
6,70*10^2 mol
Slide 18 - Quiz
Hoeveel mol komt overeen met 120 gram ijzer?
Slide 19 - Slide
2,15 mol
Slide 20 - Slide
Zelfstandig werk
opdrachten volgens de SW
Slide 21 - Slide
Voorkennis
1. Bereken hoeveel mol overeen komt met 32,4g ammoniak.
2. Bereken massa van 1,3mol glucose.
3. Bereken hoeveel water moleculen aanwezig zijn in 12,54g water.
Slide 22 - Slide
Aan de slag
Uitleg mol en avogadro
Lezen 3.2 (niet molair volume)
Bestuderen VB opgaven 1 +3
Maken 1C, 20C, 21, 22, 24, 28 t/m 30
Optioneel: oefenblad chemisch rekenen
Uitleg molair volume
Lezen 3.2 molair volume
Maken 23 + 27
Slide 23 - Slide
Molair volume (Vm)
Gassen hebben een vast volume bij vaste temperatuur en druk.