Voegwoorden les 1

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Introduction

Les over zinnen en zinsstructuur.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

welkom
pak je spullen en je leesboek; begin met lezen

Slide 2 - Slide

Toets: 10 feb

Slide 3 - Slide

Grammatica
Wat gebeurt er als we twee zinnen aan elkaar plakken?

Slide 4 - Slide

Het wordt vandaag mooi weer. We gaan naar het strand.

Slide 5 - Slide

Het wordt vandaag mooi weer dus we gaan naar het strand.

Slide 6 - Slide

Enkelvoudige zin

  • Zin met één persoonsvorm
Samengestelde zin

  • Zin met twee of meer persoonsvormen

Slide 7 - Slide

Voorbeeld enkelvoudige zin
  • Het wordt slecht weer vandaag.
  • Ik ga vandaag naar de Action.
  • Hij kijkt veel naar Star Wars.

Slide 8 - Slide

Voorbeeld samengestelde zin
  • Toen de zomervakantie dichterbij kwam, werden de leerlingen minder gemotiveerd. 
  • Hij kijkt veel naar Star Wars en schrijft daar over op zijn website.

Slide 9 - Slide

Drie studerende kinderen kunnen een flinke kostenpost worden voor ouders.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 10 - Quiz

Ik zou vandaag best in bed willen blijven.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 11 - Quiz

Als je nu naar huis gaat, regen je flink nat.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 12 - Quiz

Wil je liever zuurkool of spruitjes?
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 13 - Quiz

Wil je liever naar Duitsland of wil je liever naar Oostenrijk?
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 14 - Quiz

Mijn moeder vraagt of je vanavond wilt blijven eten.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 15 - Quiz

Voegwoorden
Verbinden zinnen, woorden of woordgroepen met elkaar.

Je kunt kiezen uit zeilen of zwemmen.

Slide 16 - Slide

Voegwoorden
want, maar, of, tenzij, dus, als, hoewel, en, aangezien, omdat, voordat, zodra,...

(veel voegwoorden ken je al van lezen, maar dan heten ze vaak signaalwoorden)

Slide 17 - Slide

Aan de slag
NN H 5 Grammatica Woordsoorten.

opdr. 1 en 2

Slide 18 - Slide

Nevenschikking voegwoorden

  • En
  • Maar
  • Dus
  • Want
  • Of*
Onderschikking voegwoorden

  • Aangezien
  • Als
  • Dat
  • Doordat
  • Terwijl
  • Toen
  • Omdat
  • Hoewel
  • ....

Slide 19 - Slide

Wat is een bijzin?
  • Je hebt bij een onderschikking te maken met een bijzin.
  • Een bijzin is een zinsdeel in de vorm van een zin. Deze zin heeft een eigen persoonsvorm.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link

Samengestelde zin
  • Bestaat uit twee of meer zinnen.
  • Kunnen nevengeschikte zinnen zijn, of ondergeschikte zinnen.

Slide 23 - Slide