Grammatica zinsontleding - les 6

Grammatica - zinsontleding
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica - zinsontleding

Slide 1 - Slide

- Enkelvoudige en samengestelde zinnen

- Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Zinsopbouw
Welk verschil zie je tussen de onderstaande zinnen als je aan zinsontleding denkt? 

A. Na de overname van Twitter ontsloeg Elon Musk direct een aantal topfunctionarissen. 
B. Nadat Elon Musk Twitter had overgenomen, ontsloeg hij direct een aantal topfunctionarissen. 

Slide 3 - Slide

Enkelvoudige zin

  • Zin met één persoonsvorm

Na de overname van Twitter ontsloeg Elon Musk gelijk een aantal topfunctionarissen. 
Samengestelde zin

  • Zin met twee of meer persoonsvormen

Nadat Elon Musk Twitter had overgenomen, ontsloeg hij gelijk een aantal topfunctionarissen. 

Slide 4 - Slide

Voorbeeld enkelvoudige zin
  • Het wordt slecht weer vandaag.
  • Ik ga vandaag naar de Action.
  • Hij kijkt veel naar Star Wars.

Slide 5 - Slide

Voorbeeld samengestelde zin
  • Het wordt vandaag mooi weer en we gaan lekker naar het strand. 
  • Hij kijkt veel naar Star Wars en schrijft daar over op zijn website.

Slide 6 - Slide

Samengestelde zin
  • Bestaat uit twee of meer zinnen.
  • Dit kunnen nevengeschikte zinnen zijn, of ondergeschikte zinnen.

Slide 7 - Slide

Nevenschikkende zin

- Zinnen kunnen los van elkaar voorkomen.

- Je zou in principe tussen alle zinnen een punt kunnen zetten.

Onderschikkende zin

- De zinnen kunnen niet los van elkaar voorkomen.

- De zinnen zijn afhankelijk van elkaar.

Slide 8 - Slide

Voegwoorden
  • Voegwoorden zijn een soort cement.
  • Je kunt met voegwoorden zinnen aan elkaar plakken.

Slide 9 - Slide

Nevenschikkende voegwoorden

  • En
  • Maar
  • Dus
  • Want
  • Of
Onderschikkende voegwoorden

  • Aangezien
  • Als
  • Dat
  • Nadat
  • Doordat
  • Terwijl
  • Toen
  • Enzovoort

Slide 10 - Slide

Volgorde hoofdzin

-
Persoonsvorm staat vooraan in een zin, naast het onderwerp.
Volgorde bijzin

- Persoonsvorm staat vaak achteraan.
- Persoonsvorm staat niet naast het onderwerp. 
- Staan ze wel naast elkaar, dan kun je er een zinsdeel tussen zetten.

Slide 11 - Slide

Enkelvoudig of samengestelde zin?
A. 
Volgens de makers is die nieuwe schoolatlas gekoppeld aan het eindexamen aardrijkskunde voor havo- en vwo-leerlingen.
B.
Anwar loopt al een tijdje met krukken, omdat hij last van zij knie heeft. 

Slide 12 - Slide

Samengestelde zin
Anwar loopt al een tijdje met krukken, omdat hij last van zij knie heeft. 

- Benoem het voegwoord.
- Benoem het eerste en het laatste woord van de delen.
- Benoem de naam van elk deel: hoofdzin of bijzin. 

Slide 13 - Slide

Maak opdracht 5 af, blz. 21/22
Bepaal eerst of het een enkelvoudige of samengestelde zin is.
Schrijf van de samengestelde zinnen het volgende op:
- het voegwoord
- het eerste en het laatste woord van de delen
- de naam van elk deel: hoofdzin of bijzin
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Enkelvoudige zin > samengestelde zin
Maak van de volgende enkelvoudige zin een samengestelde zin door er een bijzin aan toe te voegen. 

Ik was vanmorgen te laat op school.
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Maak opdracht 6 af, blz. 22
Maak van de enkelvoudige zinnen samengestelde zinnen door er een bijzin aan toe te voegen. 
Gebruik steeds een ander voegwoord.

Op blz. 63 vind je een overzicht met onderschikkende voegwoorden. 
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Einde les 6 grammatica

Slide 17 - Slide