Wat:
Ga aan de slag met je huiswerk voor Nederlands.
Hoe:
Je werkt samen met je buurman of buurvrouw.
Klaar?
Ga aan de slag met huiswerk voor een ander vak.
Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht
rood: stil!
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau
Overleg met diegene naast je
groen: fluisterniveau
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent