2mha 10-10-2023 - LV Herhalen H1 t/m 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Todo:

• liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?
  

Op tafel heb je liggen:

• lesboek
  
• schrift
• pen

Wat gaan we deze les doen

• Maken oefentoets
• Oefentoets nakijken

Na deze lessen kun je

• de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen.
  
• de hoofdgedachte van een tekst herkennen.
  
• onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
  
• een eenvoudige tekst samenvatten.
  
• opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Doel

Een opsommend tekstverband =

1. Die een tegenstelling laten zien
2. Een tekstverband op tijdvolgorde
3. Zaken die opeenvolgend genoemd worden
4. Tekstverband die uitleg geeft.

Signaalwoorden opsomming

1. ten eerste, ten tweede, ook, verder
2. maar, echter, toch, tegenover
3. bijvoorbeeld, zo, zoals

Wat is een voorbeeld van een opsomming?

1. Het vermoeden was er al, maar iemand heeft het toch gecontroleerd.
2. Mensen in Nederland zijn meer gaan snoepen.
3. Vooral winegums, drop en chocolade zijn erg lekker.
4. Geen van deze antwoorden is een opsomming.

Wat is een tegenstellend verband?

1. Geeft een aantal zaken aan die bij elkaar horen.
2. Geeft een aantal zaken aan die op volgorde van tijd plaatsvinden.
3. Geeft een aantal zaken aan die als voorbeeld worden genoemd.
4. Geeft aan dat zaken worden genoemd die elkaars tegenovergestelde zijn.

Welk signaalwoord hoort bij TEGENSTELLING

1. al met al
2. daar staat tegenover
3. zoals
4. waardoor

Welke zin is een tegenstelling?

1. Ik houd erg van fruit, zoals appels en peren.
2. Ik heb me verslapen en bovendien had ik een lekke band.
3. Ook al had ik goed geleerd, toch had ik een slecht cijfer.
4. Ik lust fruit, snoep, kaas en erwtensoep.

Tekstverbanden en signaalwoorden

Tekstverbanden

• Opsomming - signaalwoorden: ten eerste, ten tweede (e.d.), om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte.
• Opsomming - tekens: dubbele punt, liggende streepjes, getallen of dots.
• Opsommend verband

• Tegenstelling - signaalwoorden: tegenover, maar, hoewel, echter, toch, daarentegen, aan de ene kant...aan de andere kant.
• Tegenstellend verband

Bespreken huiswerk

H3 LV: opdrachten 1, 2 en 4.

Wat:

maken oefentoets 

Hoe:
Alleen 

Klaar?

Vul het evaluatieformulier in. Deze lever je in.

Wacht even tot iedereen klaar is. We gaan de oefentoets zo nakijken

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je

groen:  fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je of vraag het

de docent  

Aan het werk!

Je kunt

• de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen.
  
• de hoofdgedachte van een tekst herkennen.
  
• onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
  
• een eenvoudige tekst samenvatten.
  
• opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Doel 

Huiswerk

Donderdag 10 oktober

Leren:

LV H1 t/m H3 LV 

Donderdag oefentoets maken.

Toets LV H1 t/m H3:

11 oktober!!