les 4: paragraaf 3 eerste 2 deelvragen

wat gaan we doen
herhaling
begin paragraaf 3
aan het werk
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

wat gaan we doen
herhaling
begin paragraaf 3
aan het werk

Slide 1 - Slide

wat veranderde in Frankrijk
door de Franse revolutie?

Slide 2 - Mind map

wat weet je nog van de terreur?

Slide 3 - Mind map

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom koningen in andere landen de Franse revolutie een bedreiging vonden.
  • je kunt uitleggen welke ideeën van de revolutie napoleon over Europa verspreidde


morgen:
je kunt uitleggen dat de nieuwe ideeën over vrijheid en gelijkheid pas na enige tijd zorgde voor afschaffing van de slavernij in de koloniën

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bange koningen
Franse revolutie zorgde voor grote veranderingen in Frankrijk.
Andere koningen in Europa waren hierdoor ongerust.
  • Bang dat hun onderdanen ook vrijheid en gelijkheid wilden.
  • In bijna alle landen hadden de geestelijkheid en adel voorrechten.


Slide 6 - Slide

Bange koningen
Fransen waren bang dat andere landen Frankrijk binnen zouden vallen om een einde aan de revolutie te maken.

1792 Frankrijk raakt in oorlog met Oostenrijk en Pruisen. 
Later ook met Engeland, Spanje, Portugal en de Republiek. 

Slide 7 - Slide

Bange koningen
Volk was ontevreden:
- Door de oorlogen was er onrust in Frankrijk. 
  • Voedselprijzen stegen
  • Belastingen werden steeds verhoogd
- Politieke conflicten: sommige mensen wilden weer een koning, anderen wilden juist meest macht voor het volk.

Onrust zorgde voor opstanden.  Leger werd hierdoor steeds belangrijker. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Napoleon
In 1799 greep Napoleon Bonaparte de macht in een staatsgreep.

Hij was een succesvolle generaal,  behaalde grote overwinningen en werd daardoor enorm populair.

Staatsgreep = Plotselinge overname van de macht, vaak met hulp van het leger.

Slide 10 - Slide

Napoleon
Napoleon  maakte van Frankrijk een dictatuur. Hij werd een dictator.
  • Alleen Napoleon had de macht.
  • Burgers hadden geen invloed op bestuur.
  • Napoleon maakte wetten, liet ze uitvoeren en benoemde rechters.
  • Hij besliste over oorlog en vrede.
Bleef populair vanwege zijn overwinningen en omdat hij voor rust en orde zorgde.
In 1804 liet hij zich tot keizer  van Frankrijk uitroepen (= monarchie).

Slide 11 - Slide

Napoleon
Behield belangrijke ideeën van de Franse Revolutie:
  • Alle burgers waren gelijk, geen standenmaatschappij meer.
  • Eén wetboek  (Code Napoléon) voor heel Frankrijk. Het was voor het eerst dat overal dezelfde wetten voor alle burgers golden.

Slide 12 - Slide

Napoleon
Burgerlijke stand = lijst waarin bestuur vastlegt wanneer burgers zijn geboren, getrouwd of overleden.

Handig voor het bestuur.
  • Napoleon wist precies hoeveel mensen in Frankrijk woonden.
  • Wie belasting moest betalen.
  • Wie oud genoeg waren om dienstplicht in het leger te vervullen.

Slide 13 - Slide

Napoleon
  • Napoleon bleef oorlogen voeren, om de macht van Frankrijk uit te breiden en de ideeën van de Franse Revolutie verder te verspreiden. 
  • Napoleon wist bijna heel Europa (te veroveren (behalve Groot-Brittannië).
  • Verbood handel met Groot-Brittannië (Continentaal Stelsel)
  • Overal waar Napoleon de baas werd voerde hij wetboeken, de burgerlijke stand en dienstplicht in. 

Slide 14 - Slide

aan het werk
maak vraag 1 tot en met 6 van paragraaf 3

Slide 15 - Slide