Spelling mix oefeningen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Spelling mix oefeningen

Wanneer gebruik je een komma?

1. voor 'en' of 'of'
2. tussen twee persoonsvormen

Welke woorden en namen schrijf je met een hoofdletter?

pasen

kerstfeest

herfst

noord-ierse

myrthe

zuidwesten

jupiter

lindestraat

WEL een hoofdletter

GEEN hoofdletter

Welke bijvoeglijke naamwoorden worden volgens dezelfde spellingregel gevormd? Maak de juiste combinaties.

effectief

net

zwaar

commercieel

dik

groot

ministerieel

productief

Maak van de woorden tussen haakjes een passend bijvoeglijk naamwoord.
a De turnsters hebben een … (geweldig) prestatie geleverd op het WK.
b Het museum heeft een grote collectie van … (gips) beelden.
c Onze hond Ruba heeft een … (bacterieel) infectie opgelopen.
d Iedereen had het na de race over de … (dwaas) actie van de autocoureur.

a De turnsters hebben een geweldige prestatie geleverd op het WK.

b Het museum heeft een grote collectie van gipsen beelden.

c Onze hond Ruba heeft een bacteriële infectie opgelopen.

d Iedereen had het na  de race over de dwaze actie van de autocoureur.

 

Noteer de correcte meervoudsvorm in de juiste kolom.

 banaan – duif – kans – kroket – ploeg – roos

kroket

duif

kans

roos

banaan

ploeg

alleen 'en' toevoegen

laatste letter verdubbelen + en toevoegen

klinker weglaten + 'en' toevoegen

medeklinker wijzigen + 'en' toevoegen

medeklinker wijzigen + klinker weglaten + 'en' toevoegen

Noteer de juiste meervoudsvorm van de woorden tussen haakjes.
a In de gemeente Nissewaard staan vierhonderd … (huis) te koop.
b Veel mensen hebben nare … (droom) na een vervelende gebeurtenis.
c Zullen we straks even bij het hok van de … (hyena) kijken?
d Bleekselderij bevat weinig … (calorie).

a In de gemeente Nissewaard staan vierhonderd huizen te koop.

b Veel mensen hebben nare dromen na een vervelende gebeurtenis.

c Zullen we straks even bij het hok van de hyena’s kijken?

d Bleekselderij bevat weinig calorieën.

 

Met welke uitgang maak je het verkleinwoord?

leuning

apparaat

film

slee

wandeling

trommel

- [je] 

- [kje] 

- [pje] 

- [tje] 

- [etje] 

Noteer van de woorden tussen haakjes het verkleinwoord.
a Onder de persoonsvormen van de zin moet je een … (streep) zetten.
b In dit slootje zwemmen twintig glibberige … (paling).
c Bij deze pizzeria kun je een heerlijk … (pizza) met kaas eten.
d Iedereen vond het lastig, maar ik vond het een eenvoudig … (som).

a Onder de persoonsvormen van de zin moet je een streepje zetten.

b In dit slootje zwemmen twintig glibberige palinkjes.

c Bij deze pizzeria kun je een heerlijk pizzaatje met kaas eten.

d Iedereen vond het lastig, maar ik vond het een eenvoudig sommetje.

 

Kies: au of ou.

…gustus

enth…siast

p…w

sch…w

bl…w

getr…wd

au

ou

Kies uit: c, s, ss of sch

…entimeter

croi…ant

punai…e

medi…

spe…iaal

stewarde...en

nieuw...ierig

cri...is

c

s

ss

sch