This lesson contains 37 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Vandaag
Slide 1 - Slide
Vandaag
Behaviorisme
eerst nog even een terugblik
Slide 2 - Slide
Psychoanalyse
Slide 3 - Mind map
Behaviorisme
Module 6 week 3
Slide 4 - Slide
Inhoud
Uitgangspunten
Habituatie (gewenningsleren)
Klassieke conditionering
Operante conditionering
Straffen en belonen
Modelleren
Methodieken behaviorisme
Kanttekeningen
Slide 5 - Slide
Gedrag bepaald door onze omgeving
.
Slide 6 - Slide
Onbeschreven blad
Tabula Rasa: is het idee dat mensen worden geboren als onbeschreven blad
– zonder kennis, vaardigheid en persoonlijkheid –
en volledig afhankelijk zijn van waarneming en ervaring om de geest te vormen.
Slide 7 - Slide
.
Gedrag is aanleerbaar
Slide 8 - Slide
.
Door te oefenen en te trainen moet de iemand uiteindelijk zonder nadenken een bepaalde handeling uit kunnen voeren.
Slide 9 - Slide
Leerprocessen
Habituatie (gewenningsleren)
Klassieke conditionering
Operante conditionering
Belonen en straffen
Modelleren
Slide 10 - Slide
1. Habituatie
Geleidelijk wennen aan herhaaldelijke terugkerende prikkels.
Dagelijks komen onnoemelijk veel prikkels op ons af
Prikkels worden geselecteerd op relevantie
Prikkels die selectie doorkomen, zijn na verloop van tijd niet meer belangrijk, en worden opzij geschoven
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Sensitisatie
Overgevoelig voor prikkels
Opwekken van een gevoel bij een bepaalde prikkel
Iemand met een trauma van een
oorlogsgebied is bang voor
vuurwerk. Het geluid doet denken
aan de oorlog.
Slide 13 - Slide
2. Klassieke conditionering
Behaviorisme gelooft dat gedrag aan te leren is door middel van conditionering.
Dit omvat een proces waarin het gedrag van een mens verandert als gevolg van ervaringen die hij opdoet.
Watson en Pavlov de belangrijkste grondleggers.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Little Albert (Watson)experiment met baby Albert (1920)
Albert ziet de witte muis. Geen angstreactie.
Albert hoort een hard geluid en schrikt. Reactie = angst
Albert ziet de witte rat en hoort weer het harde geluid. Reactie = angst (dit wordt meerdere malen herhaald)
Albert ziet alleen de witte rat en begint direct te huilen. De reactie op de witte rat = angst
Slide 16 - Slide
Voorbeelden:
Een peuter die met zijn hand een hete kachel aanraakt, zal verschrikt terugdeinzen en de volgende keer kachels vermijden. En stel dat de peuter de hete kachel aanraakt en op datzelfde moment de deurbel klinkt, dan bestaat de kans dat de volgende keer dat de deurbel klinkt het kind schrikt. De peuter kan de deurbel in verband brengen met de hete kachel. Uiteraard dooft deze associatie vanzelf uit als blijkt de deurbel geen verband houdt met de hete kachel.
Slide 17 - Slide
Uitleg
Harde geluid = stimulus (prikkel)
Schrikreactie = respons (reactie)
Het organisme (mens of dier) heeft dan geleerd om deze 2 stimuli te Verbinden = associëren
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Ivan Pavlov
Tijdens het bestuderen van de spijsvertering bij honden, merkte hij dat honden al begonnen met kwijlen op het moment dat ze voedsel zagen.
Pavlov bedacht dat honden blijkbaar twee gebeurtenissen aan elkaar koppelen: voetstappen horen en eten.
Een stimulus (prikkel) die steeds vooraf gaat aan het eten, zorgt ervoor dat een hond gaat kwijlen in reactie op deze stimulus.
Ook wanneer de stimulus bijvoorbeeld het klinken van een bel is.
Slide 20 - Slide
Uitleg
Klassieke conditioneren
Als bijvoorbeeld een slaapkamer ook gebruikt wordt als werkkamer, kan het zijn dat je de slaapkamer niet meer ziet als een plek om te slapen. Door een geschikte slaapkamer alleen te gebruiken voor slapen, gaat je de ruimte associëren met slapen. Ook een vast bedtijdritueel en vaste tijden voor naar bed gaan en opstaan helpen om goed slaapgedrag te bevorderen.
Slide 21 - Slide
3. Operante conditionering: De wet van het effect
Is een leerproces waarbij een bepaalde gedraging wordt gevolgd door een beloning of een straf.
Als je na een bepaalde gedraging steeds een beloning krijgt, is de kans groot dat je datzelfde gedrag in de toekomst weer zult vertonen.
Krijgt je echter een straf na het gedrag, dan wordt die kans kleiner.
Een beloning kan zowel het krijgen van iets positiefs zijn, als het wegblijven van iets negatiefs.
En een straf kan zowel het krijgen van iets negatiefs zijn, als het wegblijven van iets positiefs
Bijvoorbeeld Kind eet het bord leeg wanneer hij toetje krijgtOperant conditioneren
Slide 22 - Slide
Skinner
Skinner onderzocht operante conditionering met behulp van een door hemzelf ontworpen instrument Skinner Box voor ratten of duiven die, door (eerst toevallig, later doelgericht) op een hendel te drukken of door erop te pikken, zichzelf voedsel of water leren toedienen, een stroomstoot leren vermijden of andere handelingen leren verrichten (operante conditionering).
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Bekrachtiging & straf
Bekrachtiging & straf
Slide 25 - Slide
Bekrachtiging
Positieve bekrachtigers je wordt beloond door iets te doen. Positief wil zeggen dat er iets wordt toegevoegd aan de omgeving.
Bij mensen kunnen we denken aan geld als beloning, maar ook aan complimenten of meer vrijheden zoals gedetineerden krijgen bij goed gedrag.
Slide 26 - Slide
Negatieve bekrachtigers
Is een poging om pijn of straf te vermijden. Negatief wil zeggen dat er iets wordt weggehaald uit de omgeving.
In het dagelijkse leven kunnen we denken aan het voorbeeld van de puber die zijn kamer opruimt om gezeur van zijn moeder te voorkomen.
Slide 27 - Slide
Positieve straf
Het gaat bij straf om een verandering in de omgeving teneinde bepaald gedrag laten afnemen. Positieve straf is het toedienen van een onaangename stimulus, zoals een tik op de vingers een afkeurende blik of harde woorden.
Slide 28 - Slide
Negatieve straf
Is het wegnemen van een aangename stimulus, zoals het inhouden van zakgeld, de computer afnemen of het ontnemen van de vrijheid na het plegen van een misdrijf. Straf heeft de bedoeling om gedrag te doen verdwijnen.
Slide 29 - Slide
Consequenties uitdoven
Negeren en uitdoven
Dit speelt als een persoon het verband al heeft geleerd tussen zijn gedrag en consequentie. Negeren wordt toegepast met het doel gedrag af te leren.
Confrontatie en uitdoven
De persoon wordt geconfronteerd met het gedrag, waardoor het uitdooft. Dit wordt vooral toegepast bij angst.
Hebben onmiddellijke consequenties meer effect dan consequenties op lange termijn?
Slide 30 - Slide
Eigen praktijk
Hoe pak je bepaald gedrag aan bij cliënten?
Welke maatregelingen nemen jullie om gedrag te veranderen bij cliënten?
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
5. modeleren
Modelleren
leren door imitatie: Sociaal-leren
In de hulpverlening bij jij, als mz’er, het voorbeeld voor jouw
cliënten. Cliënten nemen over wat jij doet.. Hoe ervaar je dit?
Slide 33 - Slide
Uitleggen en voorbeeld
Habituatie (gewenningsleren)
Klassieke conditionering
Operante conditionering
Modelleren
Slide 34 - Slide
Methodieken Behaviorisme
Gedragsanalyse
Registratieopdrachten
Exposuretechnieken - Exposure in vivo (exposure= blootstellen aan datgene waar je angstig voor bent.
- Exposure in vitro (oefenen in gedachten)
Beloningssystemen
Sociale vaardigheidstrainingen
Slide 35 - Slide
Kanttekeningen
Tabula Rasa (blackbox): er zijn ook factoren binnen het individu die van belang zijn, zoals motivatie en geheugen.
Toepassing van leerwetten in de praktijk
Culturele verschillen
Wat wordt nog steeds als positief gezien:
Nadruk op objectiviteit bij gedragsobservaties
Uit onderzoek blijkt dat gedragstherapie zoals beschreven effectief is, zowel qua resultaten als kosten