Wonen met Karakter (PO)

Wonen met karakter



Praktische opdracht
H3 Stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
H4

1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wonen met karakter



Praktische opdracht
H3 Stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
H4

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Je kan een buurtprofiel opstellen.
  • Je kan uitspraken doen over de leefbaarheid van een wijk op basis van het buurtprofiel.  

Slide 2 - Slide

Huiswerkcheck
Examentraining 
opgave 3 en 4

Slide 3 - Slide


Nakijken Examentraining

Slide 4 - Slide

Opgave 3 – Rotterdam: Nesselande en Spangen
13
Het migratieoverschot. Rotterdam is een grote stad met veel werkgelegenheid en veel aantrekkelijke
voorzieningen en dat trekt veel mensen aan.

14
Voorbeelden van een juiste redenering zijn:
Kleiner dan in Nesselande, want in Spangen wonen veel éénpersoonshuishoudens die weinig kinderen krijgen / in Nesselande wonen meer gezinnen, waar meer kinderen worden geboren.
Niet juist is: een redenering als: groter, want in Spangen wonen veel allochtonen, die veel kinderen krijgen.

Slide 5 - Slide

Opgave 3 – Rotterdam: Nesselande en Spangen
15
Voorzieningen (objectief), binding (objectief), openbare ruimte (objectief)
Verklaring 
Voorzieningen: in een Vinex-wijk zijn minder (uitgaans)voorzieningen dan in een negentiende-eeuwse arbeiderswijk.
Binding: in een nieuwbouwwijk wonen mensen nog niet zo lang / zijn veel tweeverdieners die de hele dag werken, daardoor is er nog weinig binding met de wijk / nog weinig sociale cohesie.
Openbare ruimte: in de Vinex-wijk is na 10-15 jaar de openbare ruimte al wat verslechterd, in de negentiende-eeuwse arbeiderswijk is juist in de laatste jaren veel opgeknapt.


Slide 6 - Slide

Opgave 3 – Rotterdam: Nesselande en Spangen
16
Objectief gemeten zijn er meer inbraken dan de mensen denken dat er zijn (situatiebeschrijving).
De subjectieve veiligheid wordt beïnvloed door de persoonlijke kenmerken van de bewoners (algemene regel).
In bron 31 staat dat er meer alleenstaanden zijn. Dit zijn in zo'n wijk vaak oudere mensen, die zijn angstiger, waardoor op de subjectieve veiligheid lager wordt gescoord (uitleg).

17  
Herstructurering. 

18  
Een aantal huurwoningen verkopen, nieuwbouw van koopwoningen in het midden en hogere segment. 



Slide 7 - Slide

Opgave 4 – Heerlen: Mariagewande en Meezenbroek
19
Een juist antwoord legt het percentage uit en noemt de jaartallen. Bijvoorbeeld: in deze wijk neemt het
aantal woningen toe met 10% (1p) in de jaren 2014-2030 (1p) of: in deze wijk is het aantal woningen in
2030 (1p) 110% ten opzichte van 2014 (1p).



Slide 8 - Slide

Opgave 4 – Heerlen: Mariagewande en Meezenbroek
20
‒ In Mariagewande, want dat is de wijk met de minste allochtonen, meer hoge inkomens, meer koopwoningen en meer nieuwbouw.
‒ In Meezenbroek, want dat is een wijk met meer allochtonen, meer eenpersoonshuishoudens, meer gezinnen, lagere inkomens, meer huurwoningen en meer oude huizen. 

21
Sociale cohesie: moestuin, stadslandbouwproject, boksclub, voetbalvereniging (verenigingen).
Sociale veiligheid: minder zwerfafval, jeugdoverlast, hondenpoep, graffiti.

Slide 9 - Slide

Opgave 4 – Heerlen: Mariagewande en Meezenbroek
22
Voorbeelden van juiste maatregelen zijn: − straatverlichting aanbrengen − meer toezicht houden / meer
blauw op straat − het openbaar groen beter onderhouden (om de openbare ruimte overzichtelijker te
maken).

23
Uit de redenering moet blijken dat:
Westerse allochtonen vooral voor specialistisch werk / werk waarvoor je hoogopgeleid moet zijn naar Nederland komen.
Dit werk vind je vooral in grotere steden (en daarom zullen ze daar vaker wonen.)
Door de ligging nabij de Duitse grens, zullen er in Heerlen veel mensen van Duitse afkomst wonen (ondanks dat het niet zo'n grote stad is en veel werkloosheid kent).


Slide 10 - Slide

Wonen met karakter
Onderzoek:
Wat vertelt het buurtprofiel over de leefbaarheid van de buurt?

1 wijk/buurt in Arnhem onderzoeken.
Onderzoek op basis van informatie van internet en observatie + enquetes van de wijk. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Map

Praktisch
Wie:             In tweetallen
Wat:             Presentatie + verslag
Wanneer:  alle lessen tot aan  
                      toetsweek
Hoe:            eigen keuze 
Lengte:      presentatie 2 minuten,     
                      rest in  verslag
Inleveren: via It's learning


Slide 13 - Slide

Stappen
  1. Oriëntatie: maak a t/m c (zie p. 67) 
  2. Onderzoeksplan: laten goedkeuren            -> 11 maart
  3. Uitvoeren opdracht
  4. Bezoek Arnhem + eigen wijk                           -> ?
  5. Presentatie van maximaal 2 minuten         -> 25 maart
  6. Aanpassen verslag
  7. Inleveren verslag                                                  -> 1 april

Slide 14 - Slide

Eindproduct
  1. Presentatie
max. 2 minuten waarin je de hoofdvraag  beantwoord met onderbouwing uit gevonden informatie. Wees selectief, kies de juiste informatie uit om te presenteren. 
   2. Verslag
hierin presenteer je je gehele onderzoek. Dus beantwoording deelvragen en hoofdvraag met alle bewijsstukken die gevraagd worden. -> Zie beoordelingsformulier. 

Slide 15 - Slide

Planning
Week 9: 
28-02: Oriëntatie
01-03: Onderzoeksplan

Week 11:
11-03: go/no go onderzoeksplan
14-03: start uitvoering
15-03: uitvoering

Week 12:
18-03: uitvoering
21-03: uitvoering
22-03: uitvoering





Week 13:
25-03: presentaties
28-03 + 29-03: uitval

Week 14:
01-04: Inleveren verslag
03-04: starts toetsdagen

Toets hoofdstuk 3

Slide 16 - Slide

Beoordeling

Slide 17 - Slide

Wijkverdeling

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Succes!

Slide 20 - Slide