4H §3.5 Buurtprofiel

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4hak4 §3.5 Buurtprofiel

1. Probleemwijken en verouderde woningen
2. Woningtypen
3. Buurtprofiel: informatie die nodig is om besluiten over buurten/wijken te nemen
4. Hoofdvraag §3.5cde

Wat schiet je te binnen bij het begrip: gentrification (uit de vorige les)?

nos.nl

nos.nl

nos.nl

Wat is wat?

portiekwoning

galerijflat

moderne nieuwbouw

19e eeuwse (arbeiders)woning

vooroorlogse bouw

rijtjeshuis / eengezinswoning

Welk type woningen hebben appartementen?

1. Rijtjeshuizen
2. Portiekwoningen
3. Galerijflats
4. geschakelde / twee-onder-een-kap-woningen

Wanneer zijn deze Haarlemse woningen gebouwd?

1945-1960

1960-1990

na 1990

voor 1900

1900-1940

Deze woningen worden gebouwd op de Raaks, waar vroeger een parkeergarage stond.
De woningen kosten meer dan €1 miljoen per stuk.
Welke begrippen kun je hiermee in verband brengen?

Komt in Nederland niet meer voor. Voor het laatste gezien in jaren 1950-'70 in Amsterdam en Utrecht.

De structuur van de wijk/buurt blijft hetzelfde. Dezelfde groepen mensen wonen op dezelfde plekken, met opgeknapte woningen.

De structuur van de wijk/buurt is anders en verschillende sociaal-economische groepen wonen dichter bij elkaar en gemngd in de wijk/buurt.

Slauerhoffstraat, sloop portiek-etagewoningen 2010

Aart van der Leeuw-complex, sloop start deze maand

Een gemeente en woningcorporaties besluiten om een buurt te vernieuwen.
Beredeneer welke inhoud het buurtprofiel dan waarschijnlijk heeft (zowel bewoners- als woningkenmerken).

Hoofdvraag 1c.
In de wijk Prinsenhof wonen veel allochtonen van niet-westerse afkomst.
Verklaar met behulp van één van de woningkenmerken waarom juist in deze wijk de meeste allochtonen van niet-westerse afkomst wonen.

In deze wijk staan veel huurwoningen. Niet-westerse allochtonen hebben gemiddeld een laag inkomen en kunnen geen huis kopen.

Hoofdvraag 1d
Beredeneer voor welke groep bewoners de wijk Prinsenhof oorspronkelijk is gebouwd.
Geef twee bewonerskenmerken van deze groep.

Twee kenmerken uit:

• autochtonen;
• gezinnen met kinderen;
• gezinnen met een laag tot gemiddeld inkomen.

Hoofdvraag 1e
Stel, met behulp van beide tabellen, een algemene regel op over het verband tussen het inkomen in een wijk en de ouderdom van de huizen.

Hoe groter het aandeel hoge inkomens, hoe vaker de woning van voor 1940 óf van na 1985 / hoe groter het aandeel lage inkomens, hoe vaker de woning uit de zestiger jaren.

Laatste les voor het PW!

Schrijf vragen op over stof die je nog uitgelegd wilt krijgen.